Weduwen Indië-veteranen willen uitkering
EPE. Tientallen weduwen van Indiëveteranen verlangen een financiële tegemoetkoming voor de jarenlange zorg die zij hun zwaar getraumatiseerde echtgenoten hebben gegeven.
Door middel van handtekeningenacties vragen zij de politiek om aandacht, erkenning en compensatie voor hun inzet en leed. Daar waar oorlogsinvaliden recht hebben op de Ereschuldregelingen voor Veteranen met een maximale uitkering van 125.000 euro, daar hebben zij met terugwerkende kracht eveneens recht op de uitkering voor hun overleden mannen, menen de weduwen.
Zij legden hun claim woensdagavond neer in het tv-programma ”Hollandse Zaken”, waarin de situatie wordt geschetst van de nabestaanden wier leven grotendeels is overschaduwd door de traumatische gebeurtenissen in toenmalig Indië.
Velen van de 130.000 dienstplichtigen die na de Tweede Wereldoorlog werden uitgezonden naar Nederlands Indië, keerden met geestelijke problemen terug. De oorlogsgruwelen leefden jarenlang voort en hadden grote invloed op het gezinsgeluk.
„Ik ben al die jaren een goedkope verpleegster voor Defensie geweest”, zegt Gré Hoornweg-De Mik uit Zwijndrecht, één van de vrouwen die vecht voor compensatie. Zij wenst dat het ministerie van Defensie een gebaar maakt richting de weduwen.
In de uitzending schetsen zij een beeld van hun mannen die na hun verblijf in Indië onherkenbaar terugkeerden. Zij veranderden van lieverlee in angstige schepsels, overmand door zwaarmoedigheid, nachtmerries en andere lichamelijke gevolgen.
Ze kwamen soms hun huis niet meer uit. Van posttraumatische stressstoornis (ptss) had men nog nooit gehoord. Waar hulpverleners nu klaar staan voor de huidige lichting veteranen, daar was voor hen niets geregeld.
Volgens Riek Vos-van Boven uit Epe is het extra triest dat zo weinig begrip en waardering bestaat. „Mijn huwelijksjaren hebben ook onder de gebeurtenissen in Indië geleden. Ik moest er altijd zijn voor mijn man, die niet alleen thuis kon zijn. Mijn tijd stond in feite stil.”
Ze zegt dat er bovendien weinig tijd meer is om de compensatie te verkrijgen. „Ik ben 83 jaar, ook voor mij is het vijf voor twaalf. De meeste weduwen zijn van mijn leeftijd en leven van de AOW en hooguit een klein pensioentje.”
Vos en haar medestanders zeggen strijdbaar te zijn als het gaat om de erkenning van hun rechten. Haar man Jan werd als kok op de kazerne in ‘t Harde voor 80 procent afgekeurd en zou volgens de regeling Ereschuld voor Veteranen recht hebben gehad op 100.000 euro. Door zijn vroegtijdige overlijden kwam hij daarvoor nooit in aanmerking.
„Het gaat mij niet in de eerste plaats om het geld, maar om de erkenning”, zegt Vos. ,Aan de andere kant zou het wel een eerlijke compensatie zijn voor onze kinderen. Zij hebben in hun puberteitsjaren erg geleden onder de oorlogsherinneringen van mijn man.”
Voormalig Defensieminister Hillen, destijds verantwoordelijk voor de ereschuldregeling, zei in de uitzending van Hollandse Zaken dat onvoldoende geld beschikbaar is om behalve de veteranen ook hun weduwen te compenseren.
„We hebben daarom de grens gelegd bij de veteranen zelf”, aldus Hillen. Hij benadrukt dat in de Veteranenwet grote waardering en nazorg voor de nabestaanden is opgenomen. ,Dat biedt hooguit verzachting, geen oplossing voor het leed.”
Moeilijk verhaal
Volgens voorzitter Leen Noordzij van Vomi-Nederland, een platform van veteranen voortgekomen uit de Vereniging Oud Militairen Indië- en Nieuw-Guineagangers, is destijds tevergeefs geprobeerd om tot een regeling voor weduwen en nabestaanden te komen. „Dat wordt ook nu een moeilijk verhaal. Dat zal Defensie nooit doen. Er zijn nog 20.000 Indië-veteranen in leven en voor hen en de weduwen gaat het ministerie de beurs niet trekken”, aldus Noorzij.
Dat de waardering voor de veteranen, weduwen en nabestaanden is vastgelegd in het nieuwe Veteranenbesluit, noemt de veteranenvoorman een doekje voor het bloeden. „Dat staat mooi in toespraken en regelingen. Woorden kosten immers niets.”