Oekraïense separatisten verliezen hoop
DONETSK. Pro-Russische separatisten in Oost-Oekraïne verliezen de hoop dat Rusland hen nog militair te hulp gaat schieten.
Dat heeft de zelfbenoemde premier van de Volksrepubliek Donetsk, Pavel Goebarev, woensdag tijdens een persconferentie gezegd. Afgelopen weekend heroverde het Oekraïense regeringsleger een belangrijk rebellenbolwerk.
„Wij zouden graag hulp ontvangen in de vorm van Russische troepen”, aldus Goebarev. „Maar we zijn realistisch en begrijpen dat dit onmogelijk is.” De separatisten hebben Moskou meerdere malen verzocht militairen te sturen, maar Rusland heeft hier geen gehoor aan gegeven.
Volgens Goebarev is er een splitsing ontstaan binnen de gelederen van de separatisten. Hij zou geen controle meer hebben over het Vostok-bataljon, dat voornamelijk uit Tsjetsjenen bestaat, en enkele strijders die controleposten buiten de stad Donetsk bemannen.
De premier gaf Russische zakentycoons de schuld van het uitblijven van hulp. Volgens Goebarev zijn zij tegen militaire actie omdat zij al veel financiële schade ondervinden van de economische sancties van de Europese Unie en de Verenigde Staten. Het sturen van troepen zou onvermijdelijk leiden tot meer strafmaatregelen. „Hun zelfzuchtige belangen zijn begrijpelijk”, zei Goebarev.
Goebarev beloofde Donetsk te zullen verdedigen als de stad wordt aangevallen door het leger. „Wij hebben geen bestemming om ons naar terug te trekken”, zei de premier. „Voor ons is het de overwinning of de dood.”
De Europese Unie plaatst nog eens elf namen op de lijst met mensen tegen wie sancties gelden vanwege hun rol in de Oekraïne-crisis. Dat heeft een EU-diplomaat woensdag tegenover persbureau Reuters gezegd. Het gaat vooral om Oekraïense separatisten, maar ook om „één of twee Russen.”
Hun namen worden later bekendgemaakt. Ze kunnen een reisverbod naar de EU en bevriezing van hun tegoeden tegemoetzien. De EU heeft tot op heden 61 mensen op de sanctielijst geplaatst en 2 energiebedrijven op de door Rusland geannexeerde Krim.