Kitesurfen: spetterende sport met veel risico’s
OUDDORP. Kitesurfen wordt steeds meer een volkssport. Uit alle lagen van de bevolking melden mensen zich bij surfscholen om les te nemen, signaleert Koen Molkenboer van kitesurfschool Natural High aan de Brouwersdam.
Ook beroepskitesurfer Annelous Lammerts (20) uit Zierikzee ziet deze ontwikkeling. „Alle soorten mensen vallen voor de sport, zelfs ouderen en jonge kinderen. Het kitesurfen wordt steeds meer algemeen, en dat betekent dat ook christenen aanhaken. Je ziet dan wel regelmatig dat ze op zondag niet kiten.”
De school van Molkenboer (34) is gevestigd aan de Noordzeezijde van de Brouwersdam, precies op de grens van Zeeland en Zuid-Holland. Vroeger stond kitesurfen bekend als een sport voor stoere jongens, zegt Molkenboer. Nu doet bijna iedereen het. De drempel om eraan te beginnen, ligt een stuk lager dan pakweg vijftien jaar geleden, toen de sport in Nederland werd geïntroduceerd.
Schaduwzijde van de populariteit zijn de ongelukken die er kunnen gebeuren. Eén tot twee keer per jaar valt er zelfs een dode bij een kitesurfincident. De meeste calamiteiten zijn het gevolg van gebrek aan ervaring. „De slachtoffers zijn vaak leken die nooit les hebben gehad en wel even een vlieger de lucht in zullen sturen”, aldus Molkenboer. „En dat loopt dan verkeerd af.” Lammerts: „Maar ook ervaren kitesurfers kunnen een ongeluk krijgen. Je moet goed weten wat je doet. Als er veel wind wordt voorspeld en je toch het water op gaat, neem je onnodige risico’s waardoor het mis kan gaan, ook al heb je routine.”
Molkenboer kent mensen die na een ongeluk zijn gestopt met de sport. „Je ziet dat vooral bij mannen die op ongeveer 40- of 50-jarige leeftijd zijn gaan kitesurfen. Die komen na zo’n heftige ervaring tot de conclusie dat ze op jongere leeftijd met de sport hadden moeten beginnen.”
Kitesurfen is geen moeilijke sport. Iedereen kan het leren, benadrukken Molkenboer en Lammerts. „Een cursus van twee dagen bij een erkende school is voldoende om het volledig onder de knie te krijgen, zodat je de sport veilig kunt beoefenen”, aldus Lammerts.
Volgens de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) is er geen sprake van een alarmerende toename van het aantal ongelukken, laat woordvoerster Lineke de Kroon desgevraagd weten. „In 2013 moesten wij in het hele land 199 keer uitrukken om in problemen geraakte surfers –zowel gewone surfers als kitesurfers– te helpen.” In 2012 moesten er 147 mensen worden geholpen en in 2011 schoot de KNRM 197 surfers te hulp.
Het grootste gevaar voor kitesurfers is dat ze op zee door aflandige wind afdrijven en niet meer in staat zijn op eigen kracht de kust te bereiken. Ook kunnen de lijnen van een kite verstrikt raken, aldus De Kroon. Daardoor blijft de kite in het water liggen, omdat de surfer hem niet meer de lucht in krijgt.
De Kroon: „Een surfer die goed voorbereid het water op gaat, zorgt ervoor dat hij noodvuurwerk bij zich heeft, zodat hij een signaal kan afgeven wanneer hij in de problemen komt.” Of alle kitesurfers deze aanbeveling in de praktijk opvolgen, is echter de vraag, erkent ze.
Verder is het volgens De Kroon belangrijk dat surfers met z’n tweeën tegelijk het water op gaan. „Als de een dan onverhoopt in moeilijkheden komt, kan de ander direct alarm slaan.”
Surfers in nood worden regelmatig opgemerkt door strandwandelaars. Zij kunnen het beste meteen het kustwachtcentrum van de KNRM in Den Helder bellen. Dat kijkt vervolgens welk van de 45 KNRM-reddingsstations het dichtst in de buurt is van de onfortuinlijke surfer en roept vrijwilligers op. Gewoonlijk gaat dan binnen tien minuten een van de 75 KNRM-reddingsboten het water op om de surfer op te sporen. Tijdens die zoektocht wordt ook bij dammen en pieren naar het slachtoffer uitgekeken. Met een dalende kite kunnen surfers daar een forse smak op maken en gewond achterblijven.
De meeste meldingen van ongelukken komen van de reddingsstations Scheveningen, Wijk aan Zee en van het station Ouddorp, vlak bij de Brouwersdam.