Kerkelijke strijd of strijd ván de Kerk
„Te midden van kerkelijke strijd en dogmatische discussies moeten we het belangrijkste niet vergeten: de persoonlijke worsteling aan de troon der genade om de heilgeheimen van Gods Koninkrijk bevindelijk te mogen verstaan.”
Ds. D. Heemskerk zei dat zaterdagavond tijdens de jaaropening van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden. De SRB, die dit voorjaar 12,5 jaar bestaat, houdt om de twee weken bijeenkomsten in Amersfoort (op twee locaties), Goes, Kampen en Rotterdam.
De hervormde predikant uit Garderen refereerde over het thema ”Strijd de goede strijd des geloofs”. Hij citeerde de vraag van een man in Lukas 13: „Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden?” „Positief was dat deze man met zijn vraag tot de Zaligmaker kwam en dat hij dat met een zekere eerbied deed, dat hij rekende met de eeuwigheid, dat hij erkende dat de gemeenschap met God door de zondeval verbroken is en dat hij zalig worden niet als een vanzelfsprekendheid zag. Dat laatste was opmerkelijk in een tijd waarin de verbondsmatige gedachten van de Farizeeën sterk leefden.”
Toch lijkt de vraag meer uit nieuwsgierigheid en moedeloosheid voort te komen dan uit persoonlijke strijd, zei ds. Heemskerk. „Het zou zijn hartenvraag moeten zijn wat híj moet doen om behouden te worden. Is dat ook onze zielenworsteling? We kunnen fel discussiëren over dogmatische vraagstukken zonder dat ons eigen heil ons weegt. De Heere Jezus geeft deze man antwoord. Hij gaat niet in op zijn nieuwsgierige vraag, maar komt met de indringende oproep: Strijdt om in te gaan door de enge poort.”
Er is veel strijd in de kerk, maar het is nodig om de strijd ván de Kerk te kennen, zei de Garderense predikant. „Deze woorden roepen op om af te zien van oppervlakkigheid en zelfgenoegzaamheid. Zalig worden is vrije genade, maar deze oproep blijft overeind staan: Strijdt om in te gaan. Wat besteden we een zorg en tijd aan tijdelijke zaken. Verachten we dan deze oproep als het gaat om onze arme ziel op reis naar een nimmer eindigende eeuwigheid?
De poort is zo eng dat we geen zonde en eigengerechtigheid kunnen meenemen. Dat blijft voortdurend de strijd van Gods volk. Wat kunnen er een aanvechtingen zijn als we zien op onszelf en op de kerkelijke omstandigheden. Die strijd blijft tot de laatste snik. Sommige mensen komen tot de Heere Jezus en zijn dan van alle strijd af, maar zo leert Gods Woord het ons niet. Door de enge poort gaan geen opgeknapte mensen, maar arme zondaren. De enge poort is ruim genoeg om grote zondaren door te laten, die Hem mochten leren kennen in Wie het leven is. De nodiging gaat uit: Nog is er plaats. Het wapenhuis van de geestelijke wapenrusting is nog open. De overwinning is reeds behaald.”
„Christus ging voorop in de strijd. De Koning der Kerk is de Doorbreker; Hij heeft hel en dood overwonnen”, zei ds. K. Visser. Hij wees op Paulus’ afscheidswoorden in 2 Timótheüs 4:6-8: „Ik heb den goeden strijd gestreden…”
Van zelfverzekerdheid en hoogmoed is in deze woorden geen sprake, zei de christelijke gereformeerde predikant uit Barendrecht. „Het is dezelfde Paulus die zich de grootste der zondaren en de minste der apostelen noemde, en die zei: Door de genade Gods ben ik die ik ben. Paulus heeft een goed vooruitzicht. Het is hem een onuitsprekelijke vreugde dat hij als een drankoffer geofferd wordt en dat zijn leven als een plengoffer zal worden uitgegoten aan de voet van het kruis van Christus. Nog even, en dan zal het levensschip aankomen. Door genade mag hij nu Timótheüs bemoedigen: Er komt een eind aan de strijd tegen de vijanden vanbuiten en vanbinnen.”
Strijd jij die strijd ook al? vroeg ds. Visser. „Het is de strijd om én in het geloof. De strijd tegen de onzuivere bediening van Gods Woord, maar ook de strijd ín het geloof, die opkomt uit een goede wortel. Hebben wij onze doemwaardigheid en rechteloosheid al gezien en is de weg der verlossing ons al ontsloten? Dan mag er een oog buiten onszelf geslagen worden op het borgwerk van Christus, maar dan is er ook de strijd om de gevoelige zekerheid van ons aandeel in Christus. Ieder kind van God kent deze strijd, maar ook de momenten waarop Christus verscheen aan het verslagen zondaarshart, dat op alles de dood moest schrijven. Als alles afgesneden wordt en het buiten hoop is en Christus’ verschijning wordt geopenbaard, dan komt er een andere gang in je leven. Dat komt er een uitzien naar meerdere kennis van Christus.
Vele wateren kunnen over de ziel gaan, maar ze kunnen dit goede werk niet uitblussen. Het tijdgeloof stoort zich aan die strijd, maar het echte leven wil die strijd niet inwisselen voor de wereld en haar genoegens. Die keuze is onberouwelijk. Met die strijd heb je toekomst.”