Huurder gaat er door kabinetsbeleid op achteruit
Het kabinetsbeleid zorgt voor armoede onder huurders, stelt Ronald Paping.
De verhuurders knijpen de huurders uit en worden daartoe door het kabinet-Rutte II in de gelegenheid gesteld. Dat is de conclusie na een blik op de huurverhogingen in 2013 en 2014. De huren zijn gemiddeld bijna 10 procent gestegen. En er staan nog meer maatregelen vol rampspoed op stapel die de huurder zal voelen in de portemonnee. De maat is vol.
Explosief
De huurverhogingen in 2013 en 2014 zijn historisch hoog. De afgelopen twintig jaar zijn de huren niet zo hard omhooggegaan. Het zijn de maatregelen uit het woonakkoord die hebben geleid tot deze explosieve huurstijging. Denk aan de inkomensafhankelijke huurverhoging of de miljarden aan verhuurdersheffing die uiteindelijk ook door de huurders worden opgebracht. Dit politieke akkoord is dan ook zonder inspraak van huurders gesloten. Waar het kabinet bij het energieakkoord met de milieubeweging om de tafel ging en met vakbonden het sociaal akkoord sloot, wordt bij de huurder alleen de portemonnee aangesproken.
En het einde van de explosieve huurstijging is nog niet in zicht. De huren zullen de komende jaren gemiddeld met 2,7 procent stijgen bovenop de inflatie. Huren van zittende huurders kunnen zelfs harder stijgen als de huur ver onder de maximaal toegestane huurprijs ligt. Die maximale huurprijs gaat ook nog eens omhoog, als het aan minister Blok ligt. Hij wil in het woningwaarderingsstelsel, het puntenstelsel waarmee de maximale huurprijs wordt berekend, de prijs per punt verhogen, waardoor de maximaal toegestane huren stijgen.
Mes
Tegelijkertijd dreigen er gigantische kortingen op de huurtoeslag, waarmee huren voor de lagere inkomens helemaal onbetaalbaar wordt. Doordat de huren voor deze huurders extra omhoog dreigen te gaan, komen er volgend jaar extra uitgaven van 15 miljoen euro bij voor de huurtoeslag, oplopend tot 120 miljoen in 2019. Dit wil het kabinet opvangen door de kwaliteitskorting op de huurtoeslag te verhogen. Voor de huurder kan dit oplopen tot 30 euro per maand minder aan huurtoeslag.
Dat komt boven op een korting van 31 miljoen euro in 2015 die al uit de voorjaarsnota bleek. Deze korting komt vooral door een tekort op het budget van de huurtoeslag. Omdat de regering het tekort binnen het ministerie wil dekken, betekent dit dat huurtoeslagontvangers extra gekort worden. Het is stuitend dat de huren omhooggaan en er tegelijkertijd gekort wordt op de huurtoeslag die huren voor de lagere inkomens betaalbaar moet houden.
Wij zijn dan ook fel tegen deze hoge huurverhogingen en kortingen op de huurtoeslag. Ze leiden ertoe dat steeds meer huurders in armoede moeten leven, oplopend naar 891.000 hurende huishoudens in 2017, bleek uit onderzoek in opdracht van de Woonbond. Dat komt neer op 35 procent van de huurders. Nu al zijn er veel huishoudens die de woonlasten met moeite kunnen opbrengen en bezuinigen op voeding, kleding, vervoer of persoonlijke verzorging.
Het roer moet om. Om armoede te bestrijden en huren betaalbaar te houden, zijn generieke en specifieke maatregelen nodig.
Lagere huurverhogingen
De beste manier om het beslag op de huurtoeslag te verminderen, is lagere huurverhogingen op te leggen. Eén procent lagere huurverhoging betekent ruwweg dat de huurtoeslag ook met 1 procent minder stijgt. Daarmee zou het probleem voor de overschrijding van de uitgaven voor de huurtoeslag opgelost zijn.
Eén procentje lagere huurverhoging is echter niet voldoende om armoede te voorkomen. De Woonbond pleit voor een inflatievolgende huurstijging, met hooguit een stijging van 1 procent boven inflatie om extra investeringen te financieren om volkshuisvestelijke problemen (zoals lange wachtlijsten) op te lossen.
Daarnaast zijn er specifieke maatregelen nodig om huren betaalbaar te houden. Zo moet het aanbod aan betaalbare woningen omhoog en moeten huurhuizen met een slecht energielabel worden verbeterd om de energierekening voor deze huurders binnen de perken te houden.
Het is tijd dat het kabinet huurders weer gaat zien als mensen die betaalbaar moeten kunnen wonen in plaats van als geldmachine.
De auteur is directeur van de Nederlandse Woonbond.