DEN HAAG (ANP). Opnieuw heeft het kabinet een belangrijke horde weten te nemen. Dinsdag stemde de Eerste Kamer in met de overheveling van langdurige zorgtaken naar de gemeenten. Het is de zoveelste hervorming uit het regeerakkoord van Rutte-II die de afgelopen maanden de eindstreep bereikte. Met dank aan de bevriende oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP, die voor de broodnodige meerderheid in de Senaat zorgden. Hieronder een overzicht van wat gerust de oogstperiode van het kabinet genoemd mag worden.
17 december 2013. De Eerste Kamer geeft groen licht voor het woonakkoord. De verhuurdersheffing die daarvan deel uit maakt, moet de schatkist 1,7 miljard euro opleveren.
18 februari 2014. Een wetsvoorstel om de gemeenten verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van de jeugdzorg, krijgt steun in de Eerste Kamer. Hiermee is een bezuiniging van bijna 0,5 miljard gemoeid.
27 mei. Een plan voor verlaging van de jaarlijkse pensioenopbouw haalt een meerderheid in de Senaat. Deze maatregel is goed voor een bezuiniging van bijna 3 miljard euro, de grootste uit het regeerakkoord.
10 juni. De Eerste Kamer gaat akkoord met een omvangrijk wetsvoorstel om de arbeidsmarkt te hervormen. Het ontslagrecht gaat op de schop, de maximale WW-duur wordt beperkt en flexwerkers krijgen sneller recht op een vast contract. Het gaat om een uitwerking van het sociaal akkoord dat het kabinet vorig jaar sloot met vakbonden en werkgevers.
24 juni. Een ruime meerderheid in de Senaat steunt de hervorming van de ‘kindregelingen’, zoals de kinderbijslag. Hiermee is een bezuiniging van 500 miljoen gemoeid.
1 juli. De participatiewet om arbeidsgehandicapten aan de slag te krijgen en een aanscherping van de bijstandsregels halen een een meerderheid in de Eerste Kamer. Met deze wetsvoorstellen harkt het kabinet in totaal zo’n 2 miljard binnen.
Nu de Senaat ook heeft ingestemd met het overhevelen van de langdurige zorg naar de gemeenten (een bezuiniging van 2,3 miljard), is een belangrijk deel van het regeerakkoord uitgevoerd. Maar nog niet alles. Zo moet een plan om de basisbeurs voor studenten om te zetten in een lening (het ‘sociaal leenstelsel’) nog door het parlement worden behandeld. Hetzelfde geldt voor strengere spelregels om te voorkomen dat pensioenfondsen opnieuw in problemen raken. En verder werkt het kabinet nog aan een grootscheepse hervorming van het belastingstelsel, die overigens niet in het regeerakkoord staat.
Voorlopig hoeven de bewindslieden dus nog niet met hun duimen te draaien.