Flitsende politieke loopbaan voor Saakasjvili
Zelfs ex–president en ex–rivaal Sjevardnadze stemde zondag op hem; Michail Saakasjvili. Deze charismatische Georgische politicus kan zoals verwacht aantreden als president van zijn land. De verwachte uitkomst van de stembusgang zondag, ruim 85 procent volgens een peiling, is een voorlopig hoogtepunt van een tot dusver flitsende politieke loopbaan.
Evenzeer is de verkiezingsuitslag het begin van een nieuw leven voor de Nederlandse Sandra Roelofs. De in Georgië geliefde vrouw van Saakasjvili kan aantreden als de ’First Lady’ van de Kaukasische republiek. De 35–jarige Roelofs uit Terneuzen leerde de nu 36–jarige Saakasjvili tien jaar geleden kennen in Frankrijk tijdens een cursus mensenrechten. Het paar leefde enkele jaren in de Verenigde staten en keerde in 1995 naar Georgië terug.
Toen Saakasjvili kort na terugkeer werd gekozen tot parlementslid, was hij nog een grote onbekende in de politieke arena. Dat veranderde echter snel. Waarnemers voorspelden toen al dat zijn entree in de politiek verstrekkende gevolgen zou hebben. De loopbaan van deze in de het Westen opgeleide advocaat schoot nadien als een komeet omhoog.
In 1998 werd hij voorzitter van de Unie van Burgers van Georgië. Deze partij was begin jaren negentig door de toenmalige president Sjevardnadze opgericht om diens machtsbasis te versterken. Twee jaar later kreeg Saakasjvili van Sjevardnadze de baan van minister van Justitie.
Sinds zijn terugkeer pleitte Saakasjvili voor hervormingen en wilde hij paal en perk stellen aan de wijdverbreide corruptie. Hij kreeg van Sjevardnadze de belofte hervormingen door te voeren in het nog uit de Sowjet-Unie daterende rechtssysteem, maar toen hij eenmaal minister van Justitie was, kon de ijverige politicus weinig uitrichten.
Als voorzitter van de Unie van Burgers van Georgië benadrukte hij de noodzaak om contact te leggen met de gewone man in de straat. Op deze manier probeerde hij vers bloed in de partij te krijgen. Dat was volgens hem noodzakelijk, omdat de partij tot die tijd vooral een afspiegeling was van de lokale, provinciale autoriteiten. Hij pleitte voor de instelling van onafhankelijke instellingen, zodat de partij meer oog kreeg voor de noden en behoeften van de bevolking die door de zittende politici genegeerd werden.
Dit contact met de bevolking bleek Saakasjvili goed van pas te komen toen hij in 2001 zijn eigen Nationale Bewegingpartij oprichtte. Na de verkiezingen van 2 november werd de overwinning opgeëist door de Nationale Bewegingpartij en leidde Saakajsvili de demonstraties in de straten van Tbilisi.
Hij hield bevlogen redevoeringen voor zijn aanhangers en eiste het onmiddellijke aftreden van Sjevardnadze en zijn corrupte regeerploeg, die hij van verkiezingsfraude beschuldigde. Met het uiteindelijke vertrek van Sjevardnadze op 23 november, de ’rozenrevolutie’, lag de weg naar het pluche voor Saakasjvili definitief open.