Buitenland

Al-Iraqiya, „de stem van de onafhankelijke media” in Irak

In het strengbeveiligde Amerikaanse conventiecentrum van Bagdad bevindt zich het drukke kantoor van Al-Iraqiya. Het nieuwe, door de Amerikanen gefinancierde televisiestation voor Irakezen is in de strijd om de ”harten en zinnen”, een gevoelig en belangrijk gegeven.

Daisy Mohr
2 January 2004 22:01Gewijzigd op 14 November 2020 00:51

Shameem Rassam is sinds kort de nieuwe directrice van de Iraakse radio en televisie en ze is daarmee de eerste vrouw in de Arabische wereld in deze positie. Jarenlang was Rassam een televisiebekendheid in Irak; ze presenteerde allerlei programma’s en was razend populair. In 1990 vluchtte ze vanwege de omstandigheden naar de Verenigde Staten. Daar bleef ze in de media werken, in de hoop ooit weer terug te kunnen naar haar vaderland.

„Iraqi TV was volledig onder de controle van het regime; alles ging over Saddam Hussein en zijn Ba’ath-partij”, vertelt Rassam over het televisiestation waar ze zo lang voor werkte. „In mijn tijd hadden we nog wel een beetje vrijheid, maar het werd in de jaren negentig almaar slechter. Mensen waren doodsbang om ook maar de kleinste vergissingen te maken”, zegt ze.

Rassam heeft het ontzettend druk in het veel te kleine kantoortje van Al-Iraqiya. Het is benauwd, mensen lopen constant bij haar binnen om iets te zeggen of te vragen, maar Rassam laat zich door niets en niemand afleiden. Ze doet zes dingen tegelijk, is accuraat, blijft vriendelijk en werkt gemiddeld vijftien uur per dag. Telefoons werken slecht, internet wordt nog niet veel gebruikt, dus de communicatie laat veel te wensen over.

Al-Iraqiya wordt gerund door het door het Amerikaanse ministerie van Defensie gefinancierde Iraqi Media Network (IMN), dat ook verantwoordelijk is voor twee radiostations in Irak. Rassam werd ver voor de oorlog al benaderd om in Irak aan herstel van de media mee te werken en ze stond daarom tijdens de oorlog al klaar om zo snel mogelijk Irak in te gaan. Ze kwam als een van de eersten met de troepen Umm Qasr in Zuid-Irak binnen en zette daar samen met collega’s vliegensvlug een radiostation op. Na Umm Qasr ging ze naar Basra en vandaaruit kwam ze eind april naar Bagdad.

„Mijn werk is een grote uitdaging en een grote verantwoordelijkheid. Televisie is essentieel in het leven van veel Irakezen, want het is de enige vorm van vermaak”, aldus Rassam. „Het grootste probleem is dat de televisie dertig jaar lang de spreekbuis van het regime was. Om de kijkers er nu van te overtuigen dat we onafhankelijk zijn is echt heel erg moeilijk”, vertelt ze, en voegt daaraan toe dat ze dat eerst haar personeel zelfs nog moet zien duidelijk te maken.

Op een uitzondering na werkten de 370 personeelsleden van Al-Iraqiya voor de oorlog ook al voor Iraqi TV. „Veel van hen hebben een totaal ander beeld van wat de media eigenlijk zijn. De baan van een producer bijvoorbeeld is plotseling iets totaal anders dan vroeger”, aldus Rassam, en ze vertelt dat mensen nooit geleerd hebben om verantwoordelijkheid te nemen. Ze kunnen geen keuzes maken en weten vaak niet wat ze willen. „Ze hebben nooit geleerd om voor zichzelf te denken”, zegt ze, terwijl een collega een wagentje met eten haar kamer binnenrolt. Aangezien er geen kantine is, wordt de lunch vanuit Shameems kamer uitgedeeld. Tientallen medewerkers verdringen zich om haar bureau, waar ze plastic bordjes met eten serveert.

Al-Iraqiya heeft instructeurs uit het buitenland naar Bagdad gehaald en CNN-verslaggevers geven nu dus les aan de werknemers. „We zijn hier met maar vier mensen die het vak echt verstaan en dat is natuurlijk niet genoeg”, zegt Rassam met een zucht. „De anderen zijn enthousiast en een aantal heeft echt iets in huis, maar ze hebben meer training nodig; ze moeten heel veel leren”. Ze vertelt dat ze sommige werknemers op stage in Dubai of Japan heeft gestuurd. Ze probeert nu contacten te leggen met een aantal andere landen om ook daar dat soort stages te organiseren.

De nadruk bij Al-Iraqiya ligt momenteel op het nieuws. Ze hebben over het hele land verspreid vijf bureaus, maar helaas zijn er nog geen mogelijkheden om het materiaal door te stralen. Banden worden per auto naar Bagdad gebracht, wat heel wat vertragingen met zich meebrengt. „Het is moeilijk om te bepalen wat voor soort nieuws je uitzendt”, stelt Rassam. „Je moet balanceren tussen alle verschillende bevolkingsgroepen en je moet steeds goed nadenken over de beslissingen die je neemt. Het is bijna onmogelijk om iedereen tevreden te stellen.”

De mensen die de aanslagen op de Amerikanen uitvoeren worden door Al-Iraqiya terroristen genoemd, iets wat niet alle kijkers op prijs stellen. Hoewel 85 procent van de Irakezen Al-Iraqiya kan ontvangen, is uit onderzoek gebleken dat mensen met een satellietschotel veel liever naar Arabische televisiestations als Al-Jazeera en Al-Arabiya kijken, waar de verslaggeving nogal anti-Amerikaans is. De kritiek is dat Al-Iraqiya de spreekbuis van de Amerikanen is.

Maar Rassam houdt vol dat ze de vrijheid heeft om te doen wat ze wil. „Het is een nieuwe ervaring om een onafhankelijk televisiestation te hebben, en dat is voor velen moeilijk te begrijpen”, zegt ze. „Het kost me verschrikkelijk veel tijd om dit telkens maar weer uit te moeten leggen.”

Rassam denkt daarom dat het nodig is om een campagne te organiseren waarbij wordt uitgelegd wat de nieuwe rol van Al-Iraqiya is. „Wij zijn de stem van de onafhankelijke media en van niemand anders - en ik denk dat onze stem heel belangrijk zal worden. Het is een nieuwe realiteit, het zal tijd kosten voordat mensen het kunnen begrijpen, maar wij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het overbruggen van de huidige problemen hier.”

Maar de veranderingen gaan langzaam en de programmering is niet altijd even makkelijk. Een probleem is ook dat de archieven van Iraqi TV na de oorlog geplunderd werden. Van de laatste tachtig jaar zijn er dus geen beelden meer; zelfs geen speeches van de voormalige leider Saddam Hussein.

Het is alles bij elkaar een stuk moeilijker dan Rassam ooit had kunnen bevroeden. „Iedereen let op me en zit te wachten totdat ik de fout in ga”, zegt ze, maar ze vertelt dat ze van plan is nog een tijd in Bagdad te blijven. „De mensen wisten nog precies wie ik was en de meeste hebben me met open armen ontvangen. Ik hoop maar dat ik het er goed van afbreng.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer