Sjevardnadze was president van Georgië van 1995 tot 2003. Eerder had hij het ook al voor het zeggen in de voormalige Sovjetrepubliek. Hij verving de in 1992 verdreven nationalistische president Zviad Gamsachoerdia en werd parlementsvoorzitter en hoofd van de regerende staatsraad.

Zijn eerste jaren aan het hoofd van de nieuwe republiek waren moeilijk. Hij had te maken met een sterk verslechterde economie, wijdverbreide corruptie, opstandelingen in de regio Abchazië en tal van politieke tegenstanders. In 1995 raakte hij gewond bij een moordaanslag. Datzelfde jaar nog won hij de eerste presidentsverkiezingen. Vijf jaar later dwong hij een tweede termijn af. Zijn populariteit nam echter snel af, mede omdat hij de armoede in zijn land niet wist te bestrijden.

In november 2003, tijdens de zogenoemde Rozenrevolutie, gooide hij onder grote druk van massademonstraties de handdoek in de ring en trad af. Hij werd opgevolgd Michail Saakasjvili.

Sjevardnadze diende eerder als minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie. In die functie speelde hij een grote rol in de toenadering tussen Moskou en het Westen, die uiteindelijk zou leiden tot het uiteenvallen van de USSR. Hij wordt gezien als een van de intellectuele vaders van de perestrojka, de hervormingspolitiek van Sovjetleider Michail Gorbatsjov. De twee zouden de herstructurering van de Sovjetstaat hebben bedacht tijdens een wandeling langs de Zwarte Zee. De twee gingen later wegens meningsverschillen elk hun eigen weg.

Na de Rozenrevolutie trad Sjevardnadze niet veel meer in de openbaarheid. Hij trok zich terug in zijn residentie en reisde weinig. Hij overleed maandag na een lange ziekte.