Schouwarts: Huidige euthanasiewet beschermt minderjarig kind
APELDOORN. Het voorstel van twee kinderartsen om ook kinderen tussen één en twaalf jaar voortaan onder een al bestaande regeling voor actieve levensbeëindiging te laten vallen, valt niet bij alle medische beroepsgroepen in goede aarde.
Schouwarts Wilma Duijst, voorzitter van het Medisch Forensisch Genootschap (MFG), benadrukt dat de huidige strafbaarstelling van euthanasie voor kinderen tussen één en twaalf bijdraagt aan de rechtsbescherming van het minderjarige kind. „Er schuilt een zeker gevaar in het laten meebeslissen van ouders”, stelde Duijst maandag in de Volkskrant. „Je kunt in een dramatische situatie niet verwachten dat ouders hun eigen pijn kunnen scheiden van het leed van hun kind.”
Het MFG tekende eerder protest aan tegen de manier waarop kinderartsen vorig jaar de richtlijn voor actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen aanpasten. Het toedienen van spierverslappers aan kinderen bij wie de kunstmatige beademing wordt gestaakt, is volgens de nieuwe richtlijn geen actieve levensbeëindiging te noemen, maar palliatieve zorg. Meldingen daarover zou de in 2007 speciaal hiervoor geïnstalleerde deskundigencommissie voortaan moeten beoordelen als zorgvuldig, zonder ze door te geleiden naar het openbaar ministerie. Het MFG kwam daarop met een tegengesteld advies en vindt tot op heden dat het eindoordeel ook in dergelijke zaken aan justitie moet zijn. De controverse hierover is nog altijd niet beslecht.
Als de wens van familieleden in de toekomst mag meewegen, kan dat volgens Duijst ook consequenties hebben voor het beoordelen van euthanasieverzoeken bij andere groepen dan alleen minderjarigen die volgens de wet wilsonbekwaam zijn. Als voorbeeld noemt zij dementerende ouderen die hun stervenswens nooit schriftelijk hebben vastgelegd. M. Tonino, arts voor verstandelijk gehandicapten, deelt die zorg voor de categorie patiënten waar zij mee werkt.
Medisch ethicus Th. Boer waarschuwde maandagochtend voor de illusie dat alle tragiek is te vangen in regels. „Laat in het zeldzame geval dat er van kinderen of ouders een verzoek tot levensbeëindiging komt dat buiten de huidige wet valt, het beoordelen over aan de artsen. Geen arts zal vervolgd worden als hij met een goede motivatie beslist om het lijden te bekorten”, aldus Boer.