Militairen in Afghanistan pakken hun boeltje
MAZAR-E-SHARIF (ANP) - Nu de Nederlandse F-16’s deze week uit Afghanistan zijn vertrokken, is het grote opruimen begonnen. Een groot deel van het Nederlandse kamp op de militaire basis in de noordelijke stad Mazar-e-Sharif wordt de komende maanden afgebroken.
Ongeveer 9000 verschillende soorten materialen moeten worden geteld en geregistreerd. Daarna bepaalt de zogeheten redeployment-eenheid, die uit ongeveer 90 militairen bestaat, wat er met de spullen gebeurt. Een deel gaat door de lucht terug naar Nederland en een deel over land of zee.
Het gaat in totaal om 120 à 150 containers materiaal, inclusief voertuigen, vertelt kapitein Gerard Jongbloed, commandant van de logistieke ondersteuning van de luchtmacht. De hoge temperaturen op de basis maken het werk extra zwaar. Het is er nu zo heet dat militairen volgens het gezondheidsadvies eigenlijk maar 10 minuten zware inspanning mogen verrichten en dan 50 minuten moeten rusten.
In een container loopt de temperatuur al snel op tot 70 graden Celsius, zegt kapitein Linda Schrader, plaatsvervangend commandant van de redeploymentploeg. Om toch zo veel mogelijk te kunnen doen, verrichten de militairen ’s morgens vroeg en ’s avonds laat het zware werk.
Bij de planning van de klus wordt rekening gehouden met een eventuele nieuwe Nederlandse trainingsmissie in Afghanistan, hoewel Jongbloed en Schrader daar niets over willen zeggen omdat het kabinet er nog over moet besluiten. Als de missie doorgaat, worden er naar verwachting honderd Nederlanders ondergebracht op het Nederlandse kamp in Mazar-e-Sharif. Daarom worden de slaaptenten en werkcontainers op ‘Dutch Mountain’ niet als eerste weggehaald. „We zijn flexibel ingesteld”, aldus Schrader.
De kapiteins zien het als hun taak om alle spullen zo „beheerd en beheerst” mogelijk terug te krijgen naar Nederland zonder onnodige kosten te maken. Sommige dingen zullen ze verkopen of weggeven, omdat het te duur zou zijn om die ook mee terug te nemen. Ze denken er bijvoorbeeld aan 100 mountainbikes te schenken aan scholen in de buurt. „Dan doe je er nog iets goeds mee”, zegt Jongbloed.