Opinie

Kerken moeten doop en bekering van asielzoeker zorgvuldig begeleiden

Veel kerken krijgen een doopverzoek van asielzoekers, maar de complexiteit van bekering en het risico van schijnbekering vraagt om zorgvuldig begeleidingstraject van kerken, stelt Marco Vos.

Marco Vos
2 July 2014 09:54Gewijzigd op 15 November 2020 11:39
beeld Hoop voor Noord Amsterdam
beeld Hoop voor Noord Amsterdam

Het kan in iedere kerk in Nederland gebeuren. Er meldt zich een Iraniër die schijnbaar vanuit het niets de diensten komt bezoeken. Hij is zeer betrokken en na verloop van tijd vraagt hij of hij gedoopt kan worden.

Natuurlijk is deze kerk blij! Wat bijzonder: een man uit een moslimland die christen wil worden. Er zijn wat gesprekken en de doopdienst wordt gepland. De dienst is een feest. Na de doop vraagt de man om een brief voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De kerk schrijft een mooie aanbevelingsbrief en de man krijgt een verblijfsvergunning.

Dan komt echter de teleurstelling. De Iraanse broeder komt niet veel meer in de kerk en raakt minder betrokken. De kerk vraagt zich af: Waren zijn bekering en doop eigenlijk wel oprecht?

Op zoek

Wereldwijd zijn er vele moslims op zoek. Ze zijn op zoek naar God, naar de waarheid, naar Jezus Christus, naar vrijheid en vrede. In die zoektocht komen ze in contact met de Bijbel, met christenen en met Jezus Christus Zelf.

Deze moslims komen ook naar Nederland, veelal als vluchteling. Nederland is in hun ogen een christelijk land. In ieder geval een land met christenen en kerken en de vrijheid om na te denken over het geloof. Op die manier komen mensen tot geloof in Jezus Christus als persoonlijk Redder en Verlosser.

Door de vluchteling krijgen we zicht op een stukje van Gods wereldwijde werk. De kerk groeit in de moslimwereld. Een groei tegen zware verdrukking in, want het is gevaarlijk om een afvallige van de islam te zijn.

Verblijfsstatus

Voor de vluchteling in Nederland speelt nog iets anders een grote rol. De bekering tot het christelijk geloof kan ingebracht worden in de asielprocedure en dit kan een verblijfsstatus opleveren. Dit maakt de situatie complex.

Enerzijds is daar de vluchteling die na een grondig proces tot geloof komt in Jezus Christus. Zijn leven heeft een radicale wending gekregen. Voor hem is het een geweldige zegen dat hij niet terug hoeft naar zijn eigen land waar zijn leven gevaar loopt door het nieuwe geloof.

Anderzijds is daar de vluchteling die op zijn minst een dubbele motivatie heeft om zich te wenden tot een kerk en het christelijk geloof. Hij weet dat wanneer hij is gedoopt en christen is geworden, hij een grote kans maakt op een status in Nederland. Het hoeft natuurlijk niet zo te zijn dat zijn geloof minder echt is. Wel is duidelijk dat zijn kennis van het christelijk geloof en vooral het dagelijks leven met God en het betrokken zijn in een christelijke gemeente, nog erg gering zijn.

Traject

Het dopen van asielzoekers vraagt dan ook om verdere doordenking en het maken van keuzes. In onze recent verschenen adviesbrochure voor kerken ”In goede aarde” werken we dat uit.

Het is niet bedoeld om het bijzondere werk van God in twijfel te trekken. Er komen veel vluchtelingen tot geloof en ze zijn een geweldig getuigenis van Jezus Christus en een zegen voor de kerk in Nederland. Er zijn ook significante aantallen bekeerlingen onder voormalige vluchtelingen, die dus al een verblijfsstatus hebben. We komen oprechte nieuwsgierigheid naar het christelijk geloof tegen. Een zoektocht die gedeeltelijk geboren is uit twijfels over de islam, die de laatste jaren op veel plaatsen in de wereld een grimmig gezicht heeft laten zien.

Voor een asielzoeker is het verblijf in Nederland vaak de eerste mogelijkheid in zijn leven om verder te kijken dan alleen de islam.

Schijnbekering komt voor, maar tegelijk is er geestelijk wel degelijk iets bijzonders aan de hand. Het is daarom zeker niet de bedoeling van de brochure om kerken sceptisch te maken over de belangstelling van asielzoekers voor het christelijk geloof.

De brochure helpt kerken om een goed traject vast te stellen voor het dopen van een asielzoeker. Ook de nazorg, het opnemen van de nieuwe gelovige in de familie van de gemeente, vraagt de nodige aandacht van de kerken en wordt besproken in de brochure.

Schijnbekering

Om terug te komen op het praktijkvoorbeeld, hoe moet een kerk omgaan als de vraag rijst: „Was dit nu echt?”

In een gelijkenis geeft Jezus Christus ons Zelf een denkrichting aan. In de gelijkenis van het zaad lezen we van vier soorten grond waarop het zaad valt. De laatste grondsoort noemt Jezus „goede aarde.” En van het zaad dat daar valt, wordt gezegd: „het groeit op en het draagt vrucht.”

Groeien en vrucht dragen zijn de kenmerken van een blijvend geloof. Op het moment van dopen kan dat niet zo gemakkelijk worden beoordeeld. Een voortraject waarin kerk en asielzoeker samen oplopen is daarom van belang. Iedere kerk die in contact staat met asielzoekers en/of moslims kan baat hebben bij onze adviesbrochure, die handvatten aanreikt om na te denken en keuzes te maken in het contact met asielzoekers.

Maar ook een zorgvuldig voorbereidingstraject geeft geen garanties. We kunnen de harten niet doorgronden. Uiteindelijk is het werk van God. Wij mogen planten en nat maken, God geeft de groei.

De auteur is hoofd beleidszaken bij stichting Gave. De brochure ”In goede aarde” is voor kerken en belangstellenden te downloaden op de website gave.nl/doopadvies.


Lees meer in Digibron

Asielzoekers dopen (De Waarheidsvriend, 25-04-2013)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer