Regels voor invoer puppies worden scherper
DEN HAAG (ANP). Puppies moeten eind dit jaar al zijn ingeënt tegen hondsdolheid als ze vanuit andere landen naar Nederland komen. Staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) wil zo mens en dier beschermen tegen hondsdolheid. Vooral de handel in pups uit Oost-Europa neemt toe en in een aantal landen in die regio komt nog hondsdolheid voor.
Elk jaar komen er volgens schattingen zo’n 80.000 honden uit andere landen naar Nederland, ook omdat mensen ze uit medelijden hierheen halen. „Het verplicht vaccineren van jonge dieren verkleint de kans op import van dieren met deze infectie en het overdragen ervan”, aldus Dijksma, die dinsdag stelt: „Nederland heeft een rabiësvrije status en ik wil deze graag behouden”.
In 2012 nog werd alarm geslagen omdat bij een ‘geïmporteerde’ pup hondsdolheid werd aangetroffen. 50 mensen die in contact waren geweest met het dier moesten zich laten behandelen. Ook jonge katten en fretten moeten vanaf 29 december bij aankomst in Nederland zijn gevaccineerd tegen hondsdolheid. Voor de oudere dieren geldt deze verplichting al.
De regels voor professionele en hobbyfokkers in Nederland worden vanaf dinsdag al aangescherpt. Een hond mag nog maar één keer per jaar een nest krijgen, een kat hooguit twee keer. Dijksma wil striktere regels om erfelijke afwijkingen of ziekten bij de dieren door het fokken te voorkomen. Ook wil de bewindsvrouw voorkomen dat dieren ernstige gedragsafwijkingen ontwikkelen of doorgeven aan hun nakomelingen. Doorfokken kan gevolgen hebben voor het welzijn van de dieren. Honden met een mopsneus krijgen bijvoorbeeld moeite met ademen, naar binnen krullende haren kunnen leiden tot irritaties aan de ogen.