Maandag keek hij trots toe hoe twee F-16’s vanaf de vliegbasis bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif de lucht in gingen voor hun laatste operationele vlucht boven het Centraal-Aziatische land. De omstandigheden waren volgens Schnitger (55) in de afgelopen 12 jaar relatief gunstig: geen vijandelijke vliegtuigen in de lucht, de dreiging vanaf de grond viel mee en de weersomstandigheden waren over het algemeen goed.

Maar soms zaten de Nederlanders opeens midden in het conflict. Tijdens de 10.600 missies boven Afghanistan moesten de F-16’s geregeld in actie komen om luchtsteun te bieden aan militairen op de grond die in problemen waren geraakt. In het uiterste geval vuurden de jachtvliegtuigen raketten af of gooiden ze bommen om zo gericht mogelijk vijanden uit te schakelen. Dat laatste gebeurde in de afgelopen dagen nog.

Met de inzet van gevechtstoestellen zijn levens gered. „Van Nederlandse en buitenlandse militairen, maar ook van Afghaanse burgers”, aldus Schnitger, die zelf jarenlang in een F-16 heeft gevlogen. Hij is onder de indruk van de professionaliteit van zijn mannen en vrouwen, die soms 6 of 7 keer zijn uitgezonden naar Afghanistan, en ook van het uithoudingsvermogen van de organisatie.

„Het is het waard geweest”, constateert de Commandant Luchtstrijdkrachten, die in 2005 voor het eerst in Afghanistan was. „Als je de situatie van toen vergelijkt met nu, is het verschil groot. In grote delen van het land is het rustiger geworden. Mensen zijn weer aan het bouwen aan hun toekomst, hebben toegang tot scholing, ziekenhuizen, er is weer een overheid in het land, en er is politie, leger, douane en een kleine luchtmacht.”

Maar de komende jaren worden cruciaal. De NAVO gaat, mogelijk met hulp van Nederlanders, Afghaanse militairen en politieagenten trainen. Dan moet ook blijken of de regering van Afghanistan het land verder kan stabiliseren. „Daar wil ik best een fles wijn op zetten dat ze dat gaan doen, maar absolute zekerheid kan ik er niet over geven”, zegt Schnitger. Het goede verloop van de presidentsverkiezingen stemt hem wel optimistisch.

De commandant vindt het niet jammer dat de F-16-missie in Afghanistan nu stopt. „We hebben gedaan wat we konden, hebben veel van onze mensen gevraagd, zijn er vol voor gegaan. Na 12 jaar zijn we er ook wel aan toe om naar huis te gaan. Maar er komt echt wel weer wat nieuws.”