Lessen in de dierentuin
Bewijst moreel gedrag onder dieren dat moraliteit los staat van geloof in God?
Op 3 juni was er aan de Vrije Universiteit te Amsterdam een discussieavond van het Veritas-forum over ”Do we need God to be moral” (”Hebben we God nodig om moreel te zijn”), waarbij onder anderen de bekende bioloog Frans de Waal was uitgenodigd om over zijn onderzoek te vertellen. Het was indrukwekkend om te zien welk onderzoek hij met dieren uitvoert, om tot een beter begrip van het dierenleven te komen.
Interessant is dat hij liet zien dat olifanten en apen zichzelf in een spiegel herkennen en daarop reageren. De Waal had een kruis op hun voorhoofd aangebracht. Als ze dat in de spiegel zagen, begonnen ze er met hun slurf of poot aan te voelen, een aanwijzing dat er enig bewustzijn is dat ze zichzelf terugzien. Honden of katten hebben deze herkenning niet. Dit is een aanwijzing dat olifanten en apen intelligenter dieren zijn dan deze huisdieren.
De Waal staat bekend om zijn onderzoek naar moraal bij dieren. Ook daarvan liet hij mooie dingen zien. Hij had proeven gedaan met apen waarvan hij via video-opnamen een levendig verslag gaf aan de zaal vol belangstellenden. We zagen dat de ene aap gaapt als een andere aap gaapt. Is dit niet een prachtige aanwijzing dat apen begrip hebben van wat er gebeurt en dat ze zich ook kunnen verplaatsen in de situatie van de ander? Met andere woorden: heeft een aap empathie?
Dit onderzoek heeft De Waal voortgezet. We kregen twee apen te zien die afzonderlijk naast elkaar in een hok waren opgesloten. Als hij de ene aap eten gaf en de andere aap niet, weigerde de eerste aap het eten op te eten. Een aanwijzing dat deze eerste aap zich solidair voelt met de aap die geen eten kreeg. En dat is weer een aanwijzing dat een aap niet alleen maar uit is op eigenbelang, maar een sociaal wezen is. Volgens De Waal is dat een eerste aanwijzing dat er een begin van moraal is bij de aap.
Prille vormen
Uit dit soort onderzoek heeft De Waal ook de conclusie getrokken dat er blijkbaar geen religie nodig is om moreel gedrag te vertonen. In zijn gedachtegang is het heel eenvoudig. Dieren bestonden miljoenen jaren voor de mens. Dus de moraal is ouder dan de religie. De hogere moraal bij mensen is derhalve het gevolg van de evolutie van de prille vormen van moraal die we bij apen aantreffen.
Wat te denken van dit onderzoek en deze uitkomsten? De Waal heeft gelijk dat het sociale gedrag van dieren een soort bouwsteen voor moraal is. Zonder deze bouwsteen kan er geen sprake zijn van een moraal. Dat is echter iets anders dan de vereenzelviging van dit sociale gedrag met moraal. Zoals een aantal losse stenen geen huis is, zo is de moraal van een heel andere orde dan enkele aspecten van sociaal gedrag.
Wat is het verschil? Bij moraal gaat het om een verplichtende regel. In die zin heeft de moraal iets absoluuts. Of we nu vinden dat de regel wel of niet klopt, over de moraal als zodanig valt niet te twisten. Ik denk dat zelfs een evolutionist daar wel een besef van heeft. Als we aan een willekeurige Nederlander zouden vragen of slavernij goed is of niet, zal niemand beweren dat slavernij acceptabel is. Als we zouden tegenwerpen dat de zeventiende eeuw heel anders was en dat toen slavernij wellicht wel acceptabel was, blijkt er in de Nederlandse volksziel een intuïtie te zijn van het absolute. Men zal antwoorden dat slavernij ook fout was toen men er geen besef van had. Blijkbaar is moraal niet afhankelijk van onze instemming en onze ontwikkeling. De moraal bestaat onafhankelijk van ons bewustzijn.
Regel
Een tweede verschil tussen het vertonen van sociaal en moreel gedrag is de bewustheid van de goede regel waaraan ons gedrag wordt getoetst. In het licht van de goede regel ontstaat er een besef van goed en kwaad. De Waal heeft nog niet laten zien dat dieren dit bewustzijn van goed en kwaad hebben. Afgezien van de complexiteit van het begrip ”zelfbewustzijn” is het besef van goed en kwaad van een andere orde dan een dierlijk sociaal gedrag. Het houdt ons als mensen overigens een spiegel voor. We kunnen sociaal gedrag vertonen, medelijden hebben met mensen in problemen, aardig zijn voor een ander, zonder dat we God dienen.
Dit brengt ons tot een derde verschil tussen sociaal en moreel gedrag. Gods wet vraagt niet alleen een zeker sociaal gedrag, maar ook de toetsing van ons hart aan Gods wet. We moeten niet alleen sociaal zijn ten opzichte van onze medemens, maar ook zuiver ten opzichte van God en ten opzichte van onszelf. Onze buurman heeft meestal geen last van mijn zelfzucht, hebzucht en eerzucht, maar voor Gods aangezicht is dit immoreel. Met andere woorden: we kunnen sociaal zijn ten opzichte van onze medemens, terwijl ons hart vol is van zonde. En dan hebben we het nog niet eens over de vraag of we ons leven besteden zoals God het bedoelt.
Vijanden
Hier spitst zich –ten vierde– het onderscheid tussen sociaal en moreel gedrag het diepste toe. Sociaal gedrag is blijkbaar zo algemeen dat we het zelfs met de dieren gemeenschappelijk hebben. Schepselen zijn aardig voor elkaar, zolang het niet te veel kost. Jezus constateerde deze houding zelfs bij tollenaren: „Want indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat loon hebt gij? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? En indien gij uw broeders alleen groet, wat doet gij boven anderen? Doen ook niet de tollenaars alzo?” (Mattheüs 5:46-47)
De moraal van Gods wet is echter van een andere orde, omdat Gods wet zegt: Hebt uw vijanden lief. Dit heeft geen mens of dier ooit bedacht, maar dit is de absolute norm van de goddelijke moraal. Zo wordt de wet vervuld in Christus en leven wij in gemeenschap met Christus de vervulde wet. Stefanus liet daar iets van zien toen hij bad om de vergeving voor degenen die hem stenigden.
En als we het eens omdraaien: dieren kunnen wel socialer zijn dan mensen. Ik weet niet wat er gebeurd zou zijn als twee kinderen naast elkaar gezet zouden zijn, terwijl de één een snoepje kreeg en de ander niet. Misschien zou het ene kind het snoepje uit eigenbelang snel naar zich toe halen en de ander laten verkommeren. Het komt mij niet voor als een onmogelijk scenario. De aap leert ons sociaal gedrag. Wat een les uit de dierentuin!
Dr. W. van Vlastuin, docent dogmatiek en apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl