Predikanten leren marcheren
DEN HAAG. „Vóórwaarts... mars.” Twaalf aalmoezeniers en legerpredikanten hebben op de Oranjekazerne in Schaarsbergen leren marcheren voor de koning op Veteranendag. „Hóófd... rechts.”
Den Haag stroomt zaterdag vol met oudgedienden tijdens de tiende Nederlandse Veteranendag. Een jubileum. De landelijke Veteranendag is een eerbetoon aan elke veteraan die zich heeft ingezet voor vrede en veiligheid. Speciale gasten zijn koning Willem-Alexander, premier Rutte en minister Hennis. Nederland telt een slordige 100.000 veteranen.
Zware druk
Voor het eerst loopt een detachement aalmoezeniers, legerpredikanten en humanistisch raadslieden mee. De geestelijke verzorging (GV) in de krijgsmacht bestaat 100 jaar, vandaar. Ds. Mia van ’t Riet, legerpredikant uit Nijkerk, heeft het initiatief genomen om een stel GV’ers mee te laten paraderen.
„Het is goed om Nederland iets van ons werk te laten zien. Geestelijk verzorgers staan militairen bij die, bijvoorbeeld tijdens missies, onder zware fysieke en mentale druk staan”, legt ds. Van ’t Riet uit. „Wij staan heel dicht bij hen, delen in hun blijdschap en verdriet.”
Het detachement geestelijk verzorgers telt twaalf deelnemers, onder wie zes oud-legerpredikanten. Het valt niet voor elke geestelijk verzorger in de krijgsmacht mee om netjes in de maat te marcheren. Daarom hebben de legerpastors drie weken geleden op de Oranjekazerne in Schaarsbergen een verplichte exercitieoefening bijgewoond, zo leert navraag van deze krant. Een oefening onder leiding van een opperwachtmeester van de Luchtmobiele Brigade. „Vóórwaarts…”
Deelname aan de exercitie was voorwaarde om zaterdag te mogen defileren op Veteranendag. „Het moet er natuurlijk wel een beetje strak uitzien voor de koning”, vindt ds. Van ’t Riet, zelf 25 jaar legerpredikant.
Eigenwijs
De exercitie was een hele klus, verzucht ds. J. den Boer, hersteld hervormd veteraan. „We hebben wel twintig keer geoefend. Dominees zijn zó eigenwijs. Krijgen ze het commando „rechts”, gaan ze links.” De oud-legerpredikant heeft niet lang na hoeven te denken over zijn deelname aan het defilé. „Geen seconde.”