Debutant GoPro uitblinker op Wall Street
NEW YORK (ANP). De aandelenbeurzen in New York leden donderdag bescheiden verliezen. Beleggers schrokken van de voorspelling van topman van de Federal Reserve Bank of St. Louis, James Bullard, dat de rente in de VS in maart volgend jaar verhoogd wordt. Voor de fabrikant van lichtgewicht camera’s GoPro was er geen vuiltje aan de lucht. De beursdebutant pakte een koerswinst van ruim 30 procent.
De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent lager op 16.846,13 punten. De S&P 500 daalde ook 0,1 procent, tot 1957,22 punten, terwijl de Nasdaq onveranderd was op 4379,05 punten.
Bullard zei donderdag dat het steeds moeilijker wordt om het extreem lage renteniveau in de VS te handhaven gezien het economische herstel. De rente staat al 6 jaar op het historisch lage niveau van 0 tot 0,25 procent. De Federal Reserve besloot eerder deze maand de rente ongewijzigd te laten. President Janet Yellen herhaalde destijds dat het lage niveau voor een „aanzienlijke” periode van kracht blijft.
„Het commentaar van Bullard is in tegenspraak met wat Yellen heeft gezegd, daar worden markten onrustig van”, aldus een handelaar. Een andere tegenvaller voor de aandelenhandel was een kleiner dan verwachte stijging van de consumentenuitgaven, goed voor circa 70 procent van het bruto binnenlands product, in mei.
GoPro werd voor 24 dollar per aandeel naar de beurs gebracht en was bij het slot 31,34 dollar waard (plus 30,6 procent). Het aandeel opende met ruim een uur vertraging met een winst van dik 20 procent. Het bedrijf werd 10 jaar geleden opgericht door de nu 39-jarige Nicholas Woodman, die zelf 3,6 miljoen aandelen verkocht bij de beursgang.
Aluminiumfabrikant Alcoa kondigde aan de toeleverancier aan de luchtvaartindustrie Firth Rixson over te nemen voor 2,5 miljard dollar in aandelen en contanten. Beleggers reageerden positief en zetten het aandeel 2,7 procent hoger.
Bed, Bath & Beyond (min 7,2 procent) was een van de opvallendste dalers. Het bedrijf, dat voornamelijk artikelen voor slaap- en badkamers verkoopt, kwam met een tegenvallende winstprognose voor het lopende kwartaal.
De euro was 1,3609 dollar waard, tegen 1,3616 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,8 procent tot 105,69 dollar. Brentolie werd ook 0,8 procent goedkoper, op 113,15 dollar per vat.