Situatie rond ebola „loopt uit de hand”
APELDOORN. Even leek de ziekte over zijn hoogtepunt heen, maar nu steekt hij weer in alle hevigheid de kop op: ebola. In West-Afrika woedt de ergste uitbraak ooit.
Het virus is inmiddels op meer dan zestig plekken in drie verschillende landen uitgebroken: Guinee, Liberia en Sierra Leone. De meeste sterfgevallen deden zich in Guinee voor, waar inmiddels 270 slachtoffers zijn te betreuren. In totaal staat het dodental inmiddels op 338. Er is geen behandeling of vaccin voor ebola, waardoor het sterftepercentage hoog ligt.
„De situatie loopt volledig uit de hand”, zei Bart Janssens van Artsen zonder Grenzen vorige week. „Wij hebben onze limieten bereikt.” Er zijn inmiddels zestig besmettingshaarden gedefinieerd. Een dergelijke brede geografische verspreiding is ook nog niet eerder voorgekomen.
De grootste uitbraak tot dusver was in Uganda, waar in 2000 425 mensen besmet raakten, van wie er 224 overleden. De meeste andere grote uitbraken vonden de laatste decennia plaats in Congo. In 1995 eiste het virus daar 254 levens (op 315 besmettingen), in 2003 128, in 2007 187. In Guinee was nog niet eerder een uitbraak vastgesteld.
Het ebolavirus veroorzaakt inwendige bloedingen en orgaanfalen en wordt doorgegeven via contact met lichaamsvocht van besmette mensen of dieren. Een uitbarsting kan enkel worden ingedamd door zieken te isoleren en te wachten tot het virus is uitgewoed. Voordat het virus in de jaren zeventig op de mens oversloeg, is het geïdentificeerd bij vleermuizen.
Dat laatste is nu juist bijzonder lastig, zeker nu het virus ook de Guineese hoofdstad Conakry heeft bereikt. Er leeft angst voor stigmatisering, waardoor burgers soms te lang wachten met de gang naar een ziekenhuis.
„Mensen weigeren soms te geloven dat de ziekte hen kan treffen”, zei de Belgische epidemioloog Michel Van Herp van Artsen zonder Grenzen in een uitgave van de hulporganisatie. „Zo waren we een mogelijk besmette man op het spoor, die we uiteindelijk vonden in een klein dorpje. Familieleden namen hem echter mee de bossen in. Ze hadden geen vertrouwen in onze zorg en wilden de man zelf behandelen, met bladeren en kruiden. De volgende dag belden ze alsnog om te vragen of we hem op konden halen.”
Het epicentrum van de uitbraak ligt in de Guineese regio Gueckedou, waar meer dan de helft van de doden is gevallen. Gueckedou is een bekend handelscentrum voor de regio, wat het verspreidingsrisico des te groter maakte. Vanuit Gueckedou verspreidde het virus zich razendsnel over de regio, en van daaruit ging het de grenzen over naar de buurlanden.
Nu het dodental door ebola oploopt, neemt ook de angst onder inwoners toe. „Doordat er weinig betrouwbare en actuele informatie is, doen veel geruchten de ronde, wat de strijd tegen de ziekte nog gecompliceerder maakt”, zei Unni Krishnan van de hulporganisatie Plan vorige week tegenover persbureau ANP. Als voorbeeld noemt hij geruchten dat gezondheidswerkers een complot beramen en dat mensen nooit meer terugkomen uit een ziekenhuis, of dat de ziekte na een tijdje vanzelf weer overgaat.
Intussen is ebola niet het enige virus dat in West-Afrika opduikt. Ieder jaar besmet het verwante lassavirus in West-Afrikaanse landen als Guinee, Sierra Leone en Nigeria tussen de 250.000 en de 500.000 mensen. Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) sterven er jaarlijks zo’n 5000 mensen aan.
Lassakoorts is evenals ebola zeer besmettelijk. De koorts wordt overgedragen door de veeltepelmuis, een rat die in Afrika op grote schaal voorkomt en waarvan er vele met het virus besmet zijn. De naam is afkomstig van het plaatsje Lassa in Nigeria, waar de ziekte in 1969 werd ontdekt.
Bijzonder dodelijk ziektes in Afrika zijn de mazelen, waaraan jaarlijks tienduizenden kinderen overlijden. Tuberculose veroorzaakte in 2012 1,3 miljoen slachtoffers, veelal bij mensen met het HIV-virus.