Maar hij blijft de resultaten ervan volgen, zo gaf hij woensdagavond aan in het debat met de Tweede Kamer over het voorstel om de kleine kroegjes niet langer uit te zonderen van het rookverbod in de horeca.

De Kamer vroeg zich af of de NVWA al die controles wel aankan en of het niet slecht uitpakt voor het beleid om jongeren te ontmoedigen om te beginnen met roken. Van Rijn denkt dat het wel kan omdat de inspecties steeds effectiever worden.

Sinds dit jaar de leeftijd voor het verkopen van tabak is verhoogd van 16 naar 18 jaar constateren jonge toezichthouders overtredingen, waarna inspecteurs proces-verbaal gaan opmaken. Verder wordt de handhaving makkelijker als we één lijn trekken voor alle horeca, aldus Van Rijn. Hij vindt het nog te vroeg om zoals de ChristenUnie wil, de handhaving van het rookverbod een taak van de gemeenten te maken. Eerst wil hij zien hoe die het doen met de controles op het gebied van alcohol.

PvdA, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP en Partij voor de Dieren gaven eerder al aan dat zij vinden dat in de gehele horeca niet meer mag worden gerookt. VVD, SP, PVV menen dat de eigenaren van kleine kroegjes best zelf kunnen beslissen of er in hun zaak wordt gerookt, omdat er in de eenmanszaakjes geen personeel hoeft te worden beschermd tegen de gevolgen van meeroken.