OESO-rapport: meeste leraren tevreden met vak
TOKIO/ DEN HAAG (ANP). Verreweg de meeste leraren in het voortgezet onderwijs in Nederland zijn tevreden over hun beroep: ruim 90 procent. Slechts één op de 20 heeft spijt dit vak te hebben gekozen. In het buitenland is dat het dubbele (10 procent). Bepalend voor de tevredenheid is onder meer het type leerling, voldoende terugkoppeling van collega’s en een positief werkklimaat binnen de school. De grootte van de klas heeft er maar een klein effect op.
Dat blijkt uit een groot onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) onder ruim 100.000 leraren en 10.000 schoolleiders uit 33 landen. De enquête heeft betrekking op de onderbouw van het voortgezet onderwijs, dat zijn de eerste jaren van vmbo, havo of vwo. In Nederland deden ongeveer 2000 leraren van bijna 130 scholen mee aan het onderzoek TALIS 2013. Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) woont de OESO-conferentie bij in Japan en stuurt de resultaten woensdag naar de Tweede Kamer.
De informatie is volgens hem belangrijk om te kunnen zien waar Nederland het goed of beter doet in vergelijking met de collega’s in het buitenland en waar valt te leren van de praktijk in andere landen. Een van de aanbevelingen uit het rapport is dat beginnende leraren goede begeleiding moeten krijgen, maar ook de rest van de leraren moet zich blijvend ontwikkelen. Over de ruimte en mogelijkheden daarvoor zijn al afspraken gemaakt en is geld gereserveerd, aldus de staatssecretaris.
