Die oproep deed voorzitter A. Karens van de reformatorische lerarenvereniging GOLV dinsdag tijdens de 81e jaarvergadering in Gouda. „Velen die in het onderwijs werken, zullen het herkennen: drukte, kabaal, vechten, stoeien, pesten, vernielen, vervuilen. Te negatief? Te pessimistisch? Verreweg de meeste leerlingen zijn toch positief? Zeker. Toch moeten gedragsregels meer aandacht krijgen. Zoals luisteren naar elkaar; elkaar respecteren. We moeten meer tijd en rust creëren voor orde en regel. Het voorbeeld van de docent is medebepalend voor het gedrag van de leerlingen. Waar docenten het niet zo nauw nemen met de regels, lappen leerlingen de regels helemaal aan hun laars.”

Karens nam in zijn jaarrede, getiteld ”Blijven bedenken”, Huram Abi, een kopersmid uit de stam van Dan, als uitgangspunt. Over Huram Abi staat in 2 Kronieken 2 dat hij allerlei kunstige dingen kon bedenken. Karens: „Wat is Salomo er goed mee geweest dat deze man is ingezet bij de tempelbouw. Als ze Huram Abi iets voorleggen, dan buigt hij zich erover en komt met geniale ideeën. Zo’n creatieve Huram Abi kun je niet missen in je organisatie en binnen je team.”

Karens trok de lijn door naar de scholen, die bedolven worden onder de onderwijsvernieuwingen. „Laten we maar eerlijk zijn: We hebben geen tijd om nieuwe dingen goed in te voeren, het volgende dient zich alweer aan. Voor vernieuwing heb je ideologische doordenkers en praktijkervaringsdeskundigen nodig. In dit alles licht de figuur van Huram Abi op. Er zijn niet veel Huram Abi’s meer, die beleid en uitvoering kunnen combineren. Laten managers in het onderwijs goed contact houden met de werkers op het grondvlak: leraren, conciërges.”

De hoofdlezing dinsdag werd verzorgd door drs. B. Kalkman, directielid van hogeschool De Driestar. Hij stelde het veelgeprezen ”activerend leren” aan de kaak -door hem aangeduid als „een hype”- en adviseerde er niet te veel aandacht aan te besteden. Niet de vraag hóé kinderen leren, maar wát we kinderen leren, is belangrijk, aldus Kalkman. „Het echte leren is altijd betekenisvol leren. We moeten als leerkrachten opnieuw naar de inhoud leren kijken. Dan sta je bij biologie niet in september over jonge dieren te vertellen, en dan behandel je bij aardrijkskunde niet de Rotterdamse havens na de verschillende aardlagen. Kijkt u de methodes maar eens na op dit soort onlogische dingen.”

In reactie op de tegenwerping dat leerkrachten het zo druk hebben dat ze aan de wat-vraag niet toekomen, stelde Kalkman de organisatie van het onderwijs aan de kaak. „Is het wel verantwoord dat een leerkracht op de basisschool vijf, zes verschillende vakken op een dag geeft? Die kun je nooit allemaal goed voorbereiden. Welke school heeft de euvele moed het lesrooster los te laten en een keer van maandagmiddag tot vrijdagmiddag geschiedenis te geven? Voordeel: de leerkracht hoeft de lessen maar één keer grondig voor te bereiden en kan dieper doordringen in de leerstof.”

Na de hoofdlezing gingen de tachtig aanwezigen uit elkaar in twee workshops. Een voor het basisonderwijs onder leiding van D. Both en N. J. Teerds en een voor het voortgezet onderwijs met medewerking van L. van Moolenbroek en P. Murre.

Ds. P. Mulder, voorzitter van de besturenorganisatie VGS, mediteerde over ”Lokken en confronteren”. Hij vergeleek de leerlingen met jonge bomen. „Ze hebben alles nodig: zon, water, maar ook wind en vorst. Laat ze niet te vroeg los; ze moeten eerst goed wortelen.” Een kind heeft geen recht op autonomie, zoals het moderne levensgevoel voorschrijft, aldus de predikant uit Dordrecht. „Wel op een goede opvoeding; doelgericht en kindbetrokken. Op ziel en lichaam gericht.”

De GOLV nam afscheid van de bestuursleden F. van Hartingsveldt en D. van de Breevaart. De leden kozen G. Heldoorn uit Woudenberg als nieuw bestuurslid; herkozen werd P. Verrips.