De Dow-Jonesindex gaf 0,2 procent prijs tot 16.915 punten. De S&P 500-index stond 0,1 procent lager op 1960 punten en technologiebeurs Nasdaq noteerde ook 0,1 procent lager op 4363 punten.

Kort na opening van de handel bleek dat de verkoop van bestaande woningen in de VS in mei met 4,9 procent was gestegen ten opzichte van de maand daarvoor. De toename was veel sterker dan analisten hadden verwacht. Verder werd bekend dat de groei van de Amerikaanse industrie in juni ook sterker aanhield dan marktvorsers hadden gedacht.

De verdere opmars van de graadmeters werd gestuit door zorgen over de escalerende situatie in Irak. Ook konden beleggers geen troost halen uit Europese cijfers, waar maandag bleek dat de bedrijvigheid in de eurozone in juni is afgenomen tot het laagste niveau van het afgelopen halfjaar.

General Electric leverde 1,1 procent in, hoewel het concern als winnaar uit de biedingsstrijd met Siemens om het Franse industriële concert Alstom lijkt te komen.

Het Amerikaanse energiebedrijf Wisconsin Energy noteerde 3,1 procent lager na de aankondiging dat het branchegenoot Integrys Energy overneemt voor ruim 9 miljard dollar (6,7 miljard euro). Door de overname ontstaat het grootste nutsbedrijf in het midwesten van de Verenigde Staten.

De Amerikaanse producent van bedrijfssoftware Oracle bevestigde maandag zijn branchegenoot Micros Systems over te nemen voor 4,6 miljard dollar. Ingewijden meldden eerder deze maand al dat de overname er aan zat te komen. Oracle kreeg er 0,5 procent bij, terwijl Micros Systems een winst van 3,3 procent schreef.

De euro was 1,3601 dollar waard, tegen 1,3592 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 0,7 procent tot 106,07 dollar. Brentolie werd ook 0,7 procent goedkoper op 114,00 dollar per vat.