Aandeel Nederland in kapitaal ECB gaat licht omhoog
Het aandeel van De Nederlandsche Bank in het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) gaat per 1 januari licht omhoog van afgerond 4,28 procent naar 4,43 procent.
Dat is het gevolg van een periodieke aanpassing op basis van de omvang van de bevolking en de economie van de landen van de Europese Unie. Volgens de statuten van de ECB moeten de percentages om de vijf jaar worden herzien. Dat gebeurt nu voor het eerst sinds de oprichting van de bank in 1998. De ECB maakte de nieuwe verhoudingen gisteren bekend.
Van de landen die de euro hebben, gaan behalve Nederland ook Griekenland, Ierland, Luxemburg, Portugal en Finland er op vooruit. De belangrijkste verliezer is Duitsland. De Duitse Bundesbank blijft verreweg de grootste aandeelhouder, maar zakt wel van 24,49 naar 23,40 procent. Ook België, Frankrijk, Italië en Oostenrijk moeten inleveren.
Het gezamenlijke aandeel van de twaalf eurolanden neemt af van 80,99 tot 79,64 procent. De drie EU-landen die niet meedoen aan de euro (Groot-Brittannië, Zweden en Denemarken) krijgen alle drie een groter aandeel en gaan samen van 19,01 naar 20,36 procent.