Met een frisse neus tussen de boetes
Het is behoorlijk aanpakken om jaarlijks 10 miljoen verkeersboetes te verwerken. Bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden zijn ze daarom blij met de in september gestarte TNO-proef ”Wandelen tijdens de lunch”. Een halfuurtje een frisse neus halen, om daarna met nieuwe moed de wereld van bonnen en boetes in te duiken.
Froukje Kootstra, twee jaar secretaresse op de automatiseringsafdeling van het CJIB, wandelt als het even kan iedere dag met haar ’lunchwandelvrienden’. „Ik wandelde al voordat de proef begon”, vertelt ze op haar kantoor in de Friese hoofdstad. Het pand staat in een weinig inspirerende wijk vol kantoorcomplexen. „Om het wandelen wat uitdagender te maken hebben we vier routes bedacht. En nu is het elke keer weer punt van discussie welke route we nemen.”
In september kwam onderzoeksbureau TNO naar het CJIB met de aanbieding om een jaar lang een proef te doen met lunchwandelen onder de ruim 700 werknemers. Kootstra schreef zich direct in en werd samen met de andere deelnemers van top tot teen gemeten. „Met een hartslagmeter moesten we een paar rondjes om het gebouw lopen. Ook werden we gewogen en gemeten. Nu moeten we iedere dag in een logboek opschrijven of we gewandeld hebben, hoe lang en eventueel de reden waarom we niet naar buiten zijn gegaan. Bijvoorbeeld omdat het regende”, vertelt Kootstra, terwijl ze het boekje laat zien. Een vrouw met een appel in haar mond siert de voorkant van het logboek, om duidelijk te maken dat het om gezondheid gaat.
Na een jaar worden de deelnemers opnieuw gemeten, waarna TNO de resultaten zal verwerken in een rapport. Ook hebben de deelnemers een lijst met vragen ingevuld. Vragen over hun leefstijl, lichamelijke activiteiten en lunchgedrag. Met deze kennis wordt het lunchwandelen waarschijnlijk bij meer bedrijven ingesteld.
Gezondheid staat centraal, benadrukt Marjan van Mierlo, communicatieadviseur van het CJIB. „Het past prima in ons beleid. Naast een antirookcampagne is deze proef een middel om onze werknemers zo gezond mogelijk te houden.” Mooie woorden, maar zit het personeel hierop te wachten? Volgens Kootstra is dat per persoon verschillend. „Ik wandelde al voordat de proef begon, samen met vijf of zes anderen. Nee, als het regent blijven we binnen, maar anders proberen we altijd wel even te gaan. Er zijn ook mensen die er niets in zien.”
Voor werknemers die tussen de middag warm willen eten, blijft er weinig tijd over om te wandelen. De fit ogende Kootstra heeft wel een idee om dit te veranderen. „Als het bedrijf een kwartier extra pauze aanbiedt voor iedereen die een halfuur wil bewegen, weet ik zeker dat er meer mensen zijn die mee gaan doen.” Zelf eet ze haar meegenomen boterhammen tijdens haar werkzaamheden op. Een andere mogelijkheid is om een lunchpakketje op te halen bij de cateringservice van het CJIB. Dit pakketje kan tijdens het wandelen genuttigd worden.
De secretaresse kan genoeg redenen bedenken om mensen over te halen mee naar buiten te gaan. „Het is niet alleen goed voor de gezondheid, je leert je collega’s op een leuke en andere manier kennen. Ook fris je er lekker van op. Anders zit je de hele dag maar binnen te zitten.” Nadelen kan ze, ook na een poos nadenken, niet bedenken. „Het mooie is, dat we het op vrijwillige basis doen. We hebben geen afspraak met TNO dat we minimaal twee of drie keer per week moeten lopen.”
De vier routes waar nogal eens discussies over worden gevoerd, zijn bedacht door de projectgroep Lunchwandelen. De twee routes die Kootstra en haar collega’s het meest lopen zijn de route langs het water en de route die tussen de kantoorpanden door voert. „De mannen willen altijd het kantoorgebied in. Ik vind dat niks met al die auto’s. Langs het water is het heerlijk rustig en je loopt nog een beetje in de natuur. Jammer dat hier geen bos is, dat zou helemaal fantastisch zijn.” De andere twee routes gaan door een woonwijk en een winkelstraat.
Volgens TNO wandelt momenteel 20 tot 30 procent van de werknemers met bewegingsarm werk tijdens de lunch. Hoeveel van de 700 werknemers er bij het CJIB de lunchtijd gebruiken om te bewegen kunnen Kootstra en Van Mierlo niet zeggen. „Mensen die zich wel ingeschreven hebben voor de proef wandelen vaak niet, terwijl niet-ingeschreven collega’s wel actief zijn. Het is echt niet te zeggen.” Voor Kootstra kunnen het er niet genoeg zijn. „Het is heel gezellig en ook nog gezond. Wat wil je nog meer.”