Iran ziet niets in aanhalen banden met Washington
De Iraanse president, Khatami, toonde zich dinsdag ingenomen met de hulp uit de Verenigde Staten na de verwoestende aardbeving van vrijdag. Tegelijkertijd probeerde Khatami de politieke betekenis van de Amerikaanse hulp te bagatelliseren met de mededeling dat die niets aan de betrekkingen tussen beide landen zal veranderen. Dat kan alleen maar als de VS hun houding ten opzichte van Iran ingrijpend wijzigen, zei hij.
Met zijn uitspraken nam hij afstand van de verzoenende woorden die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Powell, eerder op de dag had gesproken. Powell zei in een interview met de krant The Washington Post dat hij openstaat voor het idee om de dialoog met Iran te herstellen, wegens de „bemoedigende” stappen die het land de afgelopen maanden heeft gezet. Iran stemde deze maand in met verrassingsinspecties van zijn nucleaire installaties, die volgens de VS worden gebruikt voor het maken van kernwapens.
De VS en Iran onderhouden geen diplomatieke betrekkingen meer sinds radicale moslims tijdens de Islamitische Revolutie van 1979 de Amerikaanse ambassade in Teheran binnenvielen en het ambassadepersoneel tot januari 1981 gegijzeld hielden.
De woordvoerder van de Vereniging van Iraanse academici in Nederland, S. Sulthany Taied, zei dinsdag tijdens een herdenkingsplechtigheid in Den Haag dat het dodental van de verwoestende aardbeving die Iran vrijdag trof, wel tot boven de 70.000 kan oplopen.
Niet alleen de stad Bam is getroffen, maar ook de dorpen rond de stad. Daar zijn volgens hem talloze nog niet geregistreerde slachtoffers gevallen.
In Den Haag hebben ongeveer zeventig Iraniërs dinsdag de slachtoffers van de aardbeving herdacht. Onder hen was Fatima Damghani, die 52 familieleden heeft verloren. Zij vroeg de Nederlandse bevolking om hulp, maar deed een dringend beroep op de regering daarbij coördinerend en toezichthoudend op te treden. „Andere hulp is zinloos. De hulp verdwijnt in de zak van de Iraanse regering.”
Een woordvoerder van de Verenigde Naties in het rampgebied zei dat het werkelijke dodental misschien wel nooit bekend wordt. „Hele families zijn omgekomen en hele wijken zijn verwoest, waardoor er niemand meer overgebleven is die daar mensen als vermist kan opgeven.”
Grote bezorgdheid is er over het lot van de naar schatting 100.000 overlevenden. Ongeveer 30.000 van hen zijn gewond en velen hebben nog geen onderdak, terwijl het in het gebied erg koud is. Een woordvoerder van hulporganisatie Save The Children in Bam zei dinsdag dat er wel behoorlijk wat hulpgoederen zijn aangekomen, maar dat er nog veel meer nodig is. „Er is nog een aanzienlijk aantal mensen dat geen onderdak heeft, vooral in de wat meer afgelegen gebieden. In de tenten zitten veel te veel mensen.” De hulpverleners houden hun hart vast voor het uitbreken van epidemieën.
