Algerijnse rechter schorst FLN-partij
De bestuursrechtbank van Algiers heeft dinsdag de activiteiten en de bankrekeningen bevroren van het Nationaal Bevrijdingsfront (FLN).
De rechtbank verklaarde ook het besluit van maart 2003 nietig waarbij het FLN oud-premier Ali Benflis tot partijleider koos. Het FLN koos Benflis in oktober tot zijn kandidaat voor de presidentsverkiezingen van april 2004.
De meerderheid van het FLN hadte met de keuze voor Benflis een andere FLN-leider, zittend president Abdelaziz Bouteflika, buitenspel gezet. Bouteflika heeft zijn kandidatuur nog niet gesteld, maar aangenomen wordt dat hij een tweede termijn beoogt. Hij heeft de steun van een minderheid binnen het front. Benflis was een van Bouteflika’s trouwste bondgenoten en fungeerde bij de verkiezingen van 1999 als diens campagneleider.
Het FLN regeerde bijna drie decennia in Algerije. Toen in 1989 een grondwet werd aangenomen die voorzag in een meerpartijenstelsel, was de weg vrijgemaakt voor de opkomst van het Islamitisch Reddingsfront (FIS), dat in 1992 de parlementsverkiezingen met groot verschil zou winnen. Het leger greep in en beroofde het FIS van zijn rechtmatige verkiezingszege. Het FIS werd verboden. Daarna brak een opstand uit, die aan zeker 120.000 mensen het leven heeft gekost. Het FLN verloor in de jaren van de burgeroorlog zijn populariteit, maar leek de laatste tijd weer meer steun te krijgen.
De onderlinge rivaliteit in de politieke elite van Algiers wordt doorgaans snel beslecht door het leger, vooral generaal Mohammed Lamari. Die heeft echter afgelopen jaar gezegd dat hij „neutraal” wil blijven. Indien Lamari meent wat hij zei, biedt dat andere toppolitici reële kansen bij de komende verkiezingen, vooral Benflis, die het weer groot geworden FLN aanvoert.