Dat bleek vrijdag tijdens de parlementaire enquête naar de woningcorporaties. Van Dam schreef niet als WSW-man, vertelde hij, maar als goede bekende om de bewindsman te helpen die in de financiële problemen zat. „Je kunt de staatsschuld enorm verminderen als je het vastgoed van de rijksoverheid in een corporatie onderbrengt”, legde Van Dam uit. De rijksoverheid zou de gebouwen terug kunnen huren en ze verder buiten de begroting kunnen „plaatsen”.

Van Dam ergerde zich er verder duidelijk aan dat het WSW lijkt te worden aangerekend dat Vestia zoveel derivaten insloeg, de risicovolle financiële producten waarmee de corporatie voor 2 miljard de mist inging. Hij vindt het zelfs absurd. Net als Roland van der Post, voormalig WSW-directeur, wees hij de corporaties en de banken „die die rommel verkochten” als eerste verantwoordelijken aan. Het WSW moest alleen de kredietwaardigheid van de corporaties in de smiezen houden, aldus ook Van Dam. En Vestia stond lange tijd goed bekend. Van Dam laakte ook de toenmalige bemoeienis met Vestia van de Tweede Kamer, waar volgens hem toch echt geen 150 financiële specialisten zitten.

Hij vertelde ook dat de eigen regels van het WSW voor de besteding van gelden door corporaties werden opgerekt. Dat was nodig toen corporatie Woonbron wankelde door het totaal uit de hand gelopen financiële avontuur met het stoomschip Rotterdam „Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat”. Dat zou ook de minister hebben gevonden. Woonbron stond bekend als een ‘icoon’ en regels oprekken ,gebeurt iedere dag’, aldus Van Dam.