Nog heerlijker
Ezechiël 39:29
„En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere Heere.”
Het is zo’n begeerlijke zaak dat zij die buiten de kerk leven door de waarheid uitgelokt en voor de Heere ingewonnen worden. De tekst spreekt van een regelrechte en onmiddellijke werking van Gods Geest en van de waarheid op de zielen van de mensen, waardoor zij ver uitsteken en blinken boven de glans die er in vroeger tijden en eeuwen te zien was. Daar wordt ook in het bijzonder op gedoeld en naar verwezen in de profetie van Maleachi 4:2: „U daarentegen die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen; en gij zult uitgaan en toenemen als mestkalveren.” Dat wil zeggen: in die dag des Heeren waarover gesproken wordt in vers 1: „Want zie, die dag komt, brandende als een oven; dan zullen alle hoogmoedigen en al wie goddeloosheid doet, een stoppel zijn, en de toekomstige dag zal hen in vlam zetten, zegt de Heere der heirscharen, Die hun noch wortel, noch tak laten zal.” Hier is een voorzegging van de krachtige werking van Gods Geest op degenen die de Heere in waarheid vrezen. De Zon der gerechtigheid zal op hen schijnen met verlevendigende, opwekkende stralen, wat hen zo jeugdig, welvarend en groeizaam zal maken als mestkalveren; zoals het daar wordt uitgedrukt. De waarheid zal dan niet zo zwak, kwijnend en krachteloos zijn zoals het nu is.
John Howe,
predikant te Torrington
(”De uitstorting van de Heilige Geest”, 1678)