Met de Joodse gemeenschap en burgemeesters wordt gekeken wat nodig is, wat redelijk is en wie welke kosten gaat dragen, aldus de bewindsman. Hij verwacht de Kamer in september nader te kunnen informeren over het plan. De minister sprak van een „doorbraak”.

Op zaterdag 24 mei schoot een zwaarbewapende man in het museum een Israëlisch stel en een Franse medewerkster van de instelling dood. Later overleed nog een gewonde. De vermoedelijke dader is een oud-Syriëstrijder. Hij is oppakt in Frankrijk. Volgens Opstelten is hierdoor een „nieuwe situatie” voor de Joodse gemeenschap ontstaan.

Na de aanslag zijn er door de autoriteiten direct aanvullende maatregelen genomen om Joodse instituten in ons land te beveiligen. Verscheidene partijen in de Kamer drongen erop aan Joodse instellingen zoals scholen niet te laten opdraaien voor de extra beveiliging. Opstelten gaat hierover nu opnieuw het gesprek aan. De partijen toonden zich hierover bijzonder tevreden.

Ook kondigde Opstelten aan dat het kabinet jaarlijks gaat rapporteren over de bestrijding van antisemitisme. In december verschijnt het eerste rapport.

Volgens de minister moet de informatie-uitwisseling tussen de Europese inlichtingendiensten over teruggekeerde Syrië-gangers verbeterd worden. Hij heeft daarover een actieplan met zijn EU-collega’s afgesproken. De samenwerking verloopt verder wel goed, stelde hij. Daar was Ronald van Raak (SP) het niet mee eens. Er is bij de diensten volgens hem een „cultuurverandering” nodig om de samenwerking op orde te krijgen.