Recensie: Händel en tijdgenoten
Neem minstens zes bundels ”Old English Organ Music for Manuals”, neem ze achter elkaar op en voeg er wat stukjes van Händel aan toe: het resultaat is de cd die Robert Woolley opnam op het tweeklaviers orgel van Parker (1766) in het Engelse Leatherhead.
Hoofdbestanddeel zijn dertien(!) opeenvolgende voluntary’s van Walond, Goodwin, Boyce en anderen. Alsof er een diner met louter verschillende soepen wordt geserveerd. Prima gerechtjes, maar als geheel erg eenvormig. Bovendien ontbreekt de oorspronkelijke liturgische functie van dit type orgelwerk als intermezzo (de tweedelige vorm met een solo voor tongwerk of vulstem) of als afsluiting van de dienst (de versie met een contrapuntisch slotdeel voor Full Organ).
Het betreft hier een bijna wetenschappelijke behandeling van ”de latere voluntary tussen 1725 en 1775”. Dat het bespeelde orgel grotendeels authentiek is, vormt een meerwaarde. Interessant is de toepassing van de zwel (sinds 1712) voor het echo-effect. De expressieve voluntary van Walond klinkt daardoor als een voorloper van Rheinberger. Händel schreef weinig voor orgel: naast de concerti slechts ”Six Fugues or Voluntarys”, waarvan Woolley er drie vertolkt. De opening van de sterk chromatische vijfde met een dalende septiem klinkt als seriële muziek: een muzikaal hoogtepuntje in het menu, evenals de spetterende voluntary van Nares waarmee de cd afsluit.
Woolley is erkend specialist in oude muziek, maar de bijdragen van landgenoten als Pinnock, Hogwood en Gardiner lijken aan hem voorbij te zijn gegaan: zijn tempi doen wat star aan en zijn articulatie, met veel bijna-legato, ontbeert variatie en subtiliteit.
Handel and his English contemporaries – Robert Woolley; Regent (REGCD 382); € 12,75; www.regent-records.co.uk
uit: Overture to "Ottone", HWV 15 (Händel)
William Goodwin
uit: Voluntary XIX in C minor (Maurice Greene)