Het wordt stil aan de dijk van Stad aan ’t Haringvliet
Het is stil in het Flakkeese Stad aan ’t Haringvliet. Kerkelijk wordt het er binnen afzienbare tijd nog stiller. De kleine gereformeerde gemeente is sinds begin dit jaar een afdeling van die in Middelharnis. Sluiting van de kerk lijkt onvermijdelijk.
Wie het dorp aan het Haringvliet over de Molendijk binnenrijdt, kan het kerkje niet missen. Bij nummer 33 wijst een klein torentje hemelwaarts.
In de kleine consistoriekamer –een tafel en zes stoelen– wachten ouderling J. W. Jelier en J. Bosman. Zij vormden na het vertrek van diaken E. Boender tot begin dit jaar de hele kerkenraad. „Geen van de gekozen leden had vrijmoedigheid om het ambt van diaken te aanvaarden.”
De zorg over de vervulling van de ambten in combinatie met het teruglopend aantal leden bracht een proces op gang dat erin resulteerde dat de classis Tholen op 15 januari besloot de gemeente in Stad aan ’t Haringvliet een afdeling van die in het nabijgelegen Middelharnis te laten worden.
Dat was een hele stap. Vooral voor Jelier, die al vanaf zijn kindertijd –„zeventig jaar”– in het kerkje komt. „Maar het kan niet anders. Dit is het beste.”
Ds. S. Maljaars uit Middelharnis begeleidt de overgang. Tijdens een gemeentebijeenkomst zijn de plannen besproken. Bosman: „Ds. Maljaars sprak toen over Psalm 93: „De Heere regeert.” Zo is het.” Op korte termijn volgt nog een gemeentebijeenkomst om terug te blikken op de eerste maanden als afdeling.
De twee ambtsbroeders zijn sinds begin dit jaar volwaardig lid van de kerkenraad van Middelharnis. „We zijn er warm ontvangen.” Nu ouderling Bosman –door zorgen thuis– op zondag niet naar de kerk kan, komt er elke zondagmorgen een diaken uit Middelharnis helpen en elke zondagavond een ouderling om een preek te lezen. Ouderling Jelier hoeft zo niet alles alleen te doen. Op feestdagen die niet op zondag vallen blijven de deuren van de gereformeerde gemeente in het havendorp dicht. „Dan kerken we in Middelharnis.”
Het kerkje is zondags maar voor een klein deel gevuld, vertelt Jelier. „Zondagmorgen waren er 21, ’s avonds 22. De gemeente telt 26 leden en 10 doopleden. En dan te bedenken dat de kerk toen ik klein was vol zat.” Hij pakt er een kerkelijk jaarboekje uit 1949 bij: 49 leden, 75 doopleden. Zelfs toen Bosman in 2006 in „Stad” kwam wonen, zag het er nog rooskleuriger uit, vertelt hij: „Toen had de gemeente nog zestig leden en doopleden.”
De kleine aantallen verhinderen de voortgang van het Woord niet, zeggen de twee. Jelier: „Een tijdje geleden was hier een predikant. Er was elf man in de kerk. Op de preekstoel en na de dienst zei hij dat hij het Woord kwijt kon. Hij vertelde: Pas sprak ik in een gemeente met 700 man, toen ging het niet. Maar hier opende de Heere Zijn Woord.”
Ook in het verleden gaf de Heere veel zegen op Zijn Woord, vertellen de ambtsdragers. Jelier: „In deze regio was veel van Gods volk te vinden. Denk aan vrouw Ruit uit Dirksland. Ook vanuit Den Bommel, een dorp hier vlakbij, kwamen verschillende bekende vrouwen naar deze kerk.”
Met veel achting spreekt Jelier over ouderling J. Maliepaard, die in de beginjaren veel voor de gemeente betekende. „In die tijd was hier nog geen consistoriekamer. De kerkenraad kwam voor de dienst samen in de woning van Maliepaard. Daar werd het gebed voor de dienst gedaan. Daarna liepen ze over de dijk hier naartoe.”
De tijden zijn veranderd. Het aantal kerkgangers in het dorp is niet meer wat het was. En straks klinkt aan de Molendijk ook de „Schriftuurlijk-bevindelijk en praktikale” boodschap niet meer. De prekenboeken van predikanten als G. H. Kersten, G. van Reenen, W. C. Lamain, en A. Hoogerland gaan dan niet meer open op de kansel.
Begonnen als bakkeriaanse gemeente
Eind negentiende eeuw wil in Stad aan ’t Haringvliet een aantal leden van een ledeboeriaanse gemeente –in het spoor van ds. D. Bakker– niet meegaan naar de kerken van de Doleantie – voorloper van de Gereformeerde Kerken. Die groep komt samen in een huis om er preken te lezen. Later sluit de groep zich aan bij de Oud-Nederduitsch Gereformeerde Gemeenten. Predikanten als ds. L. Hubregtse (1845-1922) uit ’s-Gravenpolder en ds. G. van der Garde (1853-1933) uit Opheusden gaan regelmatig voor. Na het overlijden van ds. Van der Garde komt ds. W. Baaij (1893-1961) uit Tholen regelmatig. Als die predikant in 1945 overgaat naar de Christelijke Gereformeerde Kerken sluit de gemeente zich aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Op 10 december 1945 wordt de gemeente geïnstitueerd.
Lees meer in Digibron
Stad aan ’t Haringvliet : serie Kleine gemeenten (De Saambinder, 15-07-2010)
Vijftigjarig bestaan van de kerk te Stad aan ’t Haringvliet (De Saambinder, 03-08-1967)