Ongekende sprong van stuiterbal AEX
Slecht nieuws voor beleggers die hopen dat de beurs in Amsterdam haar hervonden elan volgend jaar behoudt: het zit er niet in. Als het meezit, stoomt de beeldbepalende AEX-index nog circa 70 punten op; maar de kans dat de graadmeter definitief door de 400-puntengrens breekt, is uiterst gering.
Die verwachting spreekt analist Royce Tostrams uit. Als een van de voorvechters van de technische analyse in Nederland, baseert hij zijn vooruitblik niet op het nieuws rond beursgenoteerde bedrijven. Tostrams torst kilo’s papier met beursgrafieken met zich mee, waarop hij de kansen voor de toekomst uittekent.
„De Amsterdamse beurs heeft het afgelopen jaar als een stuiterbal gewerkt”, concludeert de analist. „Wij zijn hard op de grond gegooid en vervolgens vanaf maart dit jaar opgeveerd. Maar naarmate de bal verder van de grond komt, vertraagt de opleving.”
De pogingen de schade die sinds de lente van 2001 is geleden volledig te repareren, worden ook getemperd door verkoopdrang onder beleggers. De barrière van 400 punten lijkt onoverbrugbaar, omdat beleggers rond die koersen hun verlies zullen nemen, aldus Tostrams. Beleggers die in aandelen zijn gestapt toen de AEX-index boven de 600 punten piekte, hebben een enorme koersval meegemaakt. „Deze mensen zitten nu nog met natte voeten”, maar rond de 400-puntengrens zal de pijn overkomelijk zijn en zullen ze aan het verkopen slaan.
De opmars die de AEX-index in maart heeft ingezet, leidde dit jaar tot ongekende koerssprongen. Tot halverwege december heeft het koersgemiddelde in Amsterdam ongeveer 110 punten bijeen gesprokkeld, na een dal op 217,80 punten. Dat komt overeen met een stijging van 50 procent. Automatiseerder Getronics wist de AEX-index liefst vier keer te verslaan, met een koersstijging van bijna 200 procent over de afgelopen 52 weken. Met een notering van enkele dubbeltjes zijn dergelijke uitslagen ook zo bereikt.
De technologieaandelen in Amsterdam deden sowieso goede zaken. Chipmachinefabrikant ASML won de afgelopen 52 weken 96,6 procent, terwijl automatiseerder LogicaCMG er ruim 70 procent op vooruit is gegaan. Elektronicaconcern Philips boekte een koerswinst van 42 procent.
Voor de uitgevers verliep het jaar minder fortuinlijk. Reed Elsevier leverde op jaarbasis 18,6 procent in, terwijl branchegenoot Wolters Kluwer 25,9 procent terugging.
Er waren natuurlijk nog de incidenten. Het meest in het oog springt supermarktconcern Ahold, dat bijna het hele jaar onder vuur heeft gelegen wegens boekhoudschandalen. Bij de eindafrekening eindigde het 42,5 procent lager. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het aandeel leed onder de verwatering na een gigantische emissie. Dat alleen al leverde een koersdaling van ruwweg 20 procent op.
Hagemeyer ontpopte zich tot de absolute schlemiel onder de hoofdfondsen in Amsterdam. In de zomer werd langzaam duidelijk dat het technisch handelshuis wordt geplaagd door financiële problemen. Het aandeel viel daarop ten prooi aan speculanten. Een jaarverlies van 68,3 procent was het gevolg.
Beleggers die de verliezers op de beurs in hun pakket houden in afwachting op betere tijden, komen volgens Tostrams bedrogen uit. „De klassieke aanpak van aandelen kopen en wachten op koerswinsten, die theorie werkt niet meer. Beleggers moeten weer actief handelen en op tijd hun winst afromen”, stelt de technisch analist. „Beleggen is weer een vak geworden.”
De aanbeveling alert te handelen, geldt ook voor de investeerders in de profijtelijke chipbedrijven. De producenten van halfgeleiders zijn momenteel in trek, omdat zij samen met de transporteurs en de leveranciers van grondstoffen voor een economische opleving uitrennen. Maar ook voor deze aandelen geldt het devies: tijdig verkopen.
Het loeren op buitenkansjes op de beurs is in Tostrams’ ogen de beste manier om de komende jaren te overleven. Hij zal niet verbaasd opkijken als de graadmeter voorlopig tussen de 200 en de 400 punten blijft schommelen. Binnen deze grenzen zullen beleggers moeten speuren naar koopjes om ze vervolgens na een opleving weer snel met winst van de hand te doen.
De analist baseert zich op overeenkomsten met de jaren zestig en zeventig. Toen bleven de koersuitslagen in Nederland ook binnen beperkte grenzen. De belangrijkste graadmeter op het Damrak bewoog zich omgerekend jarenlang tussen de 25 en 50 punten.
Enkel een economische opleving zal de komende jaren niet voldoende zijn om de beurs omhoog te trekken. Bovendien blijft de effectenbeurs in Amsterdam gevoelig voor invloeden uit het buitenland. „We zijn exportgericht en hebben veel multinationals op de beurs staan. Als het ergens in de wereld waait, voelen wij de druppels.”