Commentaar: Ouders moeten elkaar aanvullen
Morgen is het Vaderdag. Inmiddels begrijpt iedereen wel dat de Vader- en de Moederdag vooral ontstaan zijn uit commerciële motieven. Op zich is daar niet zo veel mis mee. Evenmin is er iets mis met het feit dat we één dag in het jaar bijzondere aandacht geven aan onze ouders.
Lange tijd is er in de maatschappij de nadruk op ge- legd dat mannen –vaders– vooral hun zachte, invoelende kant moesten ontwikkelen. Kinderen zouden er behoefte aan hebben dat vaders gesprekken voeren met hun kinderen. Juist ook vader moest uitleggen hoe je met gevoelens moet omgaan en hoe je invoelend kunt reageren op agressie van anderen. Kort gezegd: vader moest een beetje meer moeder worden.
Nu is invoelendheid zeker niet verkeerd. En niemand zal willen beweren dat een vader, wanneer z’n kind op het schoolplein geslagen is, moet zeggen: „Sla maar goed hard terug.”
Wel is er de laatste tijd in de maatschappij een beweging op gang gekomen die juist aandacht vraagt voor het mannelijke in het vaderschap. Vooral jongens lijden eronder dat er in het onderwijs weinig mannen voor de klas staan. Niet dat vrouwen niet goed les kunnen geven, maar jongens identificeren zich in sommige situaties makkelijker met een man.
Het is een gegeven dat iedere maatschappelijke beweging op z’n tijd te maken krijgt met een tegenbeweging. De ene keer is de trend dat een man gevoelig moet zijn, begripvol en op ieder moment van de dag open moet staan voor een indringend gesprek met z’n kinderen onder het genot van een kop thee. Even later roepen psychologen en opvoedkundigen juist dat een man gewoon mán moet zijn. Hij moet bij tijden vooral een stevige pot voetbal spelen met z’n jongens. Of een paar dagen gaan kamperen met z’n lastige puberzoon in plaats van op de bank invoelende gesprekken te voeren over diens gevoelens.
Zoals meestal ligt de waarheid ook hier redelijk in het midden. Kinderen hebben in het opgroeien een vader en een moeder nodig. Ouders die, om welke redenen dan ook, alleen voor de opvoeding staan, weten daarover mee te praten. Het feit dat ouders elkaar aanvullen, wil echter juist niet zeggen dat ze de opvoeding ook scheiden moeten in een mannelijk en een vrouwelijk deel. Een vader die tegen z’n dochter zegt: „Praten doe je maar met je moeder”, heeft er niet veel van begrepen. Een moeder die tegen haar zoontje zegt: „Ik snap niks van je, ga maar naar je vader”, evenmin.
Vader- en Moederdag zijn mooie balansmomenten in het jaar. Kinderen worden bepaald bij de grote waarde van het hebben van een vader en een moeder. En ouders worden gewezen op het belang van hun taak als opvoeder. Want ouders vormen een kind, veel meer dan in cijfers ooit is weer te geven.
Vaders maken fouten. Moeders ook. Maar kinderen niet minder. Vooral dat laatste ga je vaak pas beseffen bij het klimmen van de jaren of als je zelf vader wordt. Als je kunt leren van de fouten die je eigen vader maakte, is er al veel gewonnen. Al was het maar omdat je dan ook anders naar je eigen opvoeding gaat kijken. En beseft dat er maar één volmaakte Vader is: God.