Meijboom wees erop dat er meer daders zijn gepakt, terwijl in samenwerking met andere instanties ook de veiligheid in de zogenaamde hotspots en op locaties zoals het Centraal Station is verbeterd. De korpschef is tevens gelukkig met de daling van de zware criminaliteit, hoewel er wel meer meldingen van bedreiging en mishandeling zijn.

„Ik ben trots op wat de bijna 6000 agenten in Rijnmond hebben gedaan. We hebben meer mensen op straat en merken dat sturing werkt. Het toezicht dat er al was, is veranderd in ”doezicht” door actieve en gericht werkende politiemensen”, aldus Meijboom.

Zo daalde het aantal geregistreerde overvallen en straatroven en werden ruim 2300 meer geweldplegers opgepakt, evenals 2000 personen die zorgden voor aan drugs gerelateerde overlast. „Als het nodig is, werken we onconventioneel”, stelde de korpschef. Hij verwees onder meer naar de aso-aanpak tegen scooteroverlast en de steeds veranderende opzet van preventief fouilleren in de stad.

Rotterdam-Rijnmond was in februari het eerste politiekorps dat een convenant sloot met minister Remkes. De evaluatie hiervan ziet Meijboom met vertrouwen tegemoet. „Deze resultaten spreken voor zich”, meende hij. „We hebben 98 procent van de gestelde doelen gehaald.”

Toch kwam Meijboom maandag terug op een recent verschil van mening met Remkes, die voor de prestatiebeoordeling van de politie cijfers wilde zien waarover Meijboom niet kon beschikken. Door het ontbreken van die cijfers werd Rotterdam-Rijnmond betiteld als het slechtste korps van het land. „Ik had liever gehad dat de minister het geld had gehouden en dat ons imago niet was beschadigd. De agenten krijgen op straat nog steeds te horen dat ze bij het slechtste korps van het land werken. Dat is beschadigend.”