Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University. Bij dodelijke ongevallen is het aandeel landbouwvoertuigen in de totale verkeersonveiligheid in de periode 1987-2012 verdubbeld: van 1 procent naar rond de 2 procent van het totaal.

Een van de onderzoekers, ir. Jasper de Vries, noemde het vanmorgen desgevraagd „verontrustend” dat het aantal ongevallen met landbouwvoertuigen niet is afgenomen. Een van de oorzaken is dat er schaalvergroting in de landbouw heeft plaatsgevonden. „Daardoor moeten landbouwvoertuigen meer kilometers maken.”

Gemiddeld gebeuren er jaarlijks 15 dodelijke ongevallen, 87 ongevallen met een ziekenhuisopname en 127 ongevallen met lichtgewonden waarbij landbouwvoertuigen betrokken zijn. De onderzoekers hebben (dodelijke) ongevallen op boerenerven buiten beschouwing gelaten.

Ruim de helft van alle ongevallen waarbij landbouwvoertuigen betrokken zijn, gebeurt in de provincies Gelderland, Noord-Brabant, Overijssel en Zuid-Holland. Met name de ongevallen in Friesland zijn vaak ernstig.

De meeste ongevallen vinden plaats in de maanden april tot en met oktober. Het aantal is dan ongeveer het dubbele van de winterperiode. Gemiddeld gebeurt

78 procent van de slachtofferongevallen bij daglicht, 17 procent bij duisternis en 5 procent bij schemer.

Een kwart van de ongevallen gebeurt binnen de bebouwde kom, driekwart er buiten.

Het is de bedoeling dat per 2015 het tractorrijbewijs wordt ingevoerd. Onderzoeker Jasper de Vries noemt dat „een stap in de goede richting.”

Hij vindt ook dat tractors een kenteken zouden moeten hebben. „Nu kunnen tractors niet worden geflitst.”