Hogere straf voor christen in Kazachstan
Incidenten tegen christenen in Kazachstan volgen elkaar de laatste maanden op. Voor de overheid vormen zij blijkbaar een bedreiging voor de vrede in het land. Straffen worden steeds hoger.
Denis Yenenko (31) werd vorige maand zes dagen opgesloten. De vader van drie kinderen weigerde een boete te betalen. De rechtbank had hem, tegelijk met een andere christen, Sergei Lantsov, opgedragen 86.550 tenge te betalen, omgerekend 347 euro. De reden was het leiden van een christelijke bijeenkomst in zijn huis in september vorig jaar. De boete staat gelijk aan een gemiddeld maandloon in het land.
Twee Jehovah’s getuigen werden begin dit jaar aangehouden omdat ze in Taraz met anderen over het Evangelie zouden hebben gepraat. De vrouwen Tatyana Vongai (59) en Oksana Alekseyeva (37) waren volgens de rechter schuldig aan overtreding van het wetsartikel dat het uitvoeren verbiedt „van missionaire activiteiten door burgers van de Republiek Kazachstan, buitenlanders en personen zonder burgerschap of zonder registratie, evenals het gebruik van religieuze literatuur door zendingswerkers, informatiemateriaal van religieuze inhoud of voorwerpen van religieuze betekenis zonder een positieve beoordeling van een deskundige op religieus gebied.” Dat leverde hun elk een boete op van 185.200 tenge, ofwel 743 euro, aldus de Noorse mensenrechtenorganisatie Forum18 onlangs. In hoger beroep gaan haalde niets uit.
Organisaties zoals Barnabas Fund, Forum18, Friedensstimme en Open Doors berichtten de afgelopen twee maanden geregeld over Kazachstan. Friedensstimme uitte eerder haar zorgen al over de benarde situatie van christenen in het land. Forum18 rekende uit dat de Kazachse overheid dit jaar meer dan veertig mensen heeft beboet, alleen al omdat ze gebruikmaken van het recht op godsdienstvrijheid. De meesten van hen zijn baptist. De eerdergenoemde Denis Yenenko is de achtste baptist dit jaar die behalve een boete ook nog eens celstraf opgelegd kreeg.
Om verspreiding van christelijke lectuur tegen te gaan, aast de overheid ook op boekhandelaren. In de eerste drie maanden van dit jaar zijn ten minste drie boekverkopers beboet vanwege bezit van verboden religieus materiaal.
De meesten van deze ‘overtreders’ behoren tot baptistengemeenten. Deze gemeenten weigeren zich te laten registreren bij de overheid. Die verbiedt elke niet-geregistreerde religieuze activiteit, van welke godsdienst dan ook. Baptistengemeenten hebben een zwaarwegende reden om zich niet te laten registreren. Vanuit het sovjetverleden weten ze dat registratie onvermijdelijk zal leiden tot overheidscontrole. Die willen deze christenen koste wat het kost vermijden. Registratie is voor hen bovendien in strijd met het grondwettelijke recht op godsdienstvrijheid.
Kazachstan echter blijft met harde hand proberen de verschillende religies in de hand te houden. Zo ligt er deze maand een voorstel bij het Kazachse Hogerhuis om de gevangenisstraf voor leden van niet-geregistreerde religieuze gemeenschappen te verhogen. Leiders daarvan kunnen zestig dagen achter de tralies verdwijnen. Wie een christelijke of andere religieuze bijeenkomst bijwoont, kan rekenen op 45 dagen cel. Boetes of andere administratieve sancties komen daar nog bovenop. Wie voor een tweede keer de fout in gaat, ondergaat nog hogere straffen.
Volgens Forum18 is de kans groot dat de voorstellen voor de zomervakantie worden aangenomen. De organisatie hoopt dat het blijft bij wetten die niet worden uitgevoerd, maar is daar niet gerust op. In een verklaring samen met andere organisaties luidt het: „Kazachse wetten maken ondubbelzinnig het belijden van een religie door een individu afhankelijk van het hebben van tientallen, honderden of zelfs duizenden geloofsgenoten. Dat is volledig in strijd met de grondwet en de normen van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten.”
„Godsdienstvrijheid neemt af”
Kazachstan is een enorm land, ongeveer zo groot als West-Europa. Het heeft twee grote buren: Rusland in het noorden en China in het oosten. Ten zuiden grenst het aan de staten Kirgizië, Oezbekistan en Turkmenistan. Het inwonertal is ongeveer gelijk aan dat van Nederland. Beide landen tellen zo’n 17 miljoen inwoners.
Rapporten tonen aan dat de mensenrechtensituatie er elk jaar verslechtert. Het land is op de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors gestegen naar positie 39. Het jaarrapport over 2014 van de internationale mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch stelt dat de overheid de beperkende wetten op de vrijheid van vergadering en van godsdienst strikt blijft handhaven. Overtreding betekent een boete en inbeslagneming van boeken maar ook van huizen. Bij celstraf is mishandeling, zoals het niet verlenen van medische zorg, eerder regel dan uitzondering. In 2011 is een zeer beperkende godsdienstwet goedgekeurd. Nieuwe wetten bouwen daarop verder.