Een monument met daarop alle ruim 102.000 namen van in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Nederlandse Joden en Sinti en Roma. Dat willen het Auschwitz Comité en de Amsterdamse autoriteiten in het Wertheimpark, in het centrum van de hoofdstad. Buurtbewoners protesteerden dinsdag fel tegen de locatie. Het monument zou niet in het park passen.
Als je geen meer naam hebt, ben je vergeten. Daarom is het belangrijk dat de namen van de ruim 102.000 in de oorlog vermoorde Joden en de 220 Sinti en Roma blijvend worden herinnerd. Dat betoogde voorzitter Jacques Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité dinsdagmiddag op het Amsterdamse stadhuis bij de presentatie van een plaquette van het Holocaust Namenmonument. B en W juichen het plan toe. Van vier locaties kwam het Wertheimpark als beste uit de bus, aldus burgemeester Van der Laan. De bestuurscommissie van stadsdeel Amsterdam-Centrum neemt dinsdag een besluit. Een meerderheid lijkt voor te zijn.
Het idee voor het monument ontstond in 2005, zei Grishaver. „Toen werd het Nederlands Paviljoen in Auschwitz geopend. Dat heeft een wand met 59.000 namen van uit Nederland gedeporteerde Joden die in Auschwitz zijn vermoord. Een indrukwekkend monument.” Het Auschwitz Comité kreeg 15.000 steunbetuigingen.
Het Holocaust Namenmonument (kosten zo’n 5 miljoen euro) heeft een oppervlakte van zo’n 1000 vierkante meter. Het monument, dat jaarlijks ongeveer 250.000 bezoekers moet trekken, bestaat uit grijsblauwe betonnen wanden met daarop de duizenden namen. Bezoekers kunnen tussen de –verlichte– wanden door lopen, in af- en oplopende gangen. Het hoogste punt is zo’n 5 meter. Het bouwwerk moet verrijzen achter het al in het Wertheimpark gelegen Auschwitzmonument van Jan Wolkers. Dat monument bestaat uit gebroken spiegels met de tekst ”Nooit meer Auschwitz”. Samen met het Namenmonument zou dat een „twee-eenheid” moeten vormen, stelt het Auschwitz Comité.
Het Namenmonument is ontworpen door de Amerikaanse architect Daniel Liebeskind, zoon van Holocaustoverlevenden. Hij verwierf bekendheid met zijn ontwerpen voor het Joods Museum in Berlijn en het plan voor de herbouw van het World Trade Center in New York.
Het Namenmonument moet indruk maken door „de overdonderende massaliteit” van de namen, zegt Grishaver. „Bij iedere naam worden de geboortedatum en leeftijd vermeld. Dan kun je denken aan Mosje Cohen, twee maanden.” Het monument moet „in de toekomst miljoenen mensen erbij bepalen waar rassendiscriminatie en antisemitisme toe kunnen leiden”, vertelt Grishaver. „Het laat ook zien dat in ons kleine landje een groot deel van de Nederlanders de andere kant op keek.”
De 88-jarige Jood Robert Cohen uit Delft vindt het plan voor een Holocaust Namenmonument in het Wertheimpark „geweldig. Het is een goede aanvulling op het spiegelmonument van Jan Wolkers. De namen moeten worden genoemd. Namen van mensen die stuk voor stuk een afschuwelijke dood zijn gestorven.” Dat in bijvoorbeeld Afrika nog steeds mensen worden „afgeslacht”, leert dat mensen niets geleerd hebben van de Tweede Wereldoorlog, zegt Cohen. „Ik kan er zo kwaad om worden.” Zelf zat hij 27 maanden in kampen, waarvan 11 in Auschwitz-Birkenau. Hij stroopt zijn mouw op en laat het getatoeëerde kampnummer zien: 174708. Stille getuige van ongekende barbaarsheid. Toen Cohen net in Auschwitz was, vroeg hij waar het merendeel van de Joden in het kamp was gebleven. „Men wees naar de schoorstenen van de verbrandingsovens: „Zie je die vlammen daar?” Ik heb zelf gezien hoe Joden zelfmoord pleegden door zich tegen het onder stroom staande prikkeldraad te werpen.”
Verliep de perspresentatie dinsdagmiddag in alle rust, een bijeenkomst voor buurtbewoners dinsdagavond was tumultueus. Verschillende mensen stelden dat de autoriteiten hun klachten wegwuiven. „Ik ben niet tegen een monument, maar níét op deze plek”, aldus Petra Catz. Bezwaarmakers vinden het monument te groot voor het Wertheimpark. De recreatieve functie van het park zou in het gedrang komen. Ook vrezen ze verkeersoverlast. Bovendien zou het herdenkingsteken van Wolkers worden „gekleineerd.” Dat laatste sprak Grishaver tegen.
Voorzitter Boudewijn Oranje van de bestuurscommissie weerspreekt dat bezwaren van omwonenden zijn weggewuifd. Ook zou het meevallen met verkeersdrukte. „Museum Hermitage trekt jaarlijks 1 miljoen bezoekers. Daar hoor ik geen klachten van omwonenden over.” Oranje laakt de wijze waarop sommige omwonenden Grishaver bejegenden. „Een aantal mensen toonde weinig respect voor het Auschwitz Comité.”