Vorsten
Ezechiël 39:29
„En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere Heere.”
Duidelijk en uitdrukkelijk komt het werk van Gods Geest op de wereld openbaar, door de levende waarheid te verbreiden. De Geest heeft Zijn invloed op de wasdom, sterkte en kracht van de waarheid door tussenkomst van allerlei middelen, zoals door middel van koningen en aardse overheden. Wij hebben er ondervinding van hoe in alle tijden onze eigen natie de verschillende invloed van onze vorsten heeft meegemaakt.
Maar we zijn thans niet gebonden aan zulke enge banden, want we spreken nu van de Kerk des Heeren in het algemeen. We denken eraan hoe het zijn zal als sommige teksten een vollediger vervulling zullen krijgen dan ze tot op heden gehad hebben. Wanneer in alle delen van de christelijke wereld koningen de voedsterheren van de kerk zullen zijn en de koninginnen de zoogvrouwen en als „de kerk de borsten der koningen zal zuigen en het heir der heidenen tot hen zal komen” (Jesaja 60), hoezeer zal dit meewerken om de waarheid te bevorderen, overal waar deze dingen in de wereld komen zullen. Dat gebeurt zeker, als de vorsten een zuiver beleid voeren, als ze „de goddelozen verstrooien met hun ogen”, als ze zelf rechtvaardig zijn en regeren in de vreze des Heeren, als ze voor het volk zijn „als druppels op het droge gras en als de glinsterende zonnestralen na de regen”, getrouwe en godvrezende mannen, die de goddeloosheid haten!
John Howe,
predikant te Torrington
(”De uitstorting van de Heilige Geest”, 1678)