Pinksterappel Weesp: leven met de Geest geeft strijd én vrede
WEESP. Het leven met en door de Geest geeft strijd én vrede. Deze „wonderlijke paradox” stond maandag centraal tijdens het Pinksterappel –georganiseerd door de christelijke gereformeerde jeugdvereniging De Kandelaar uit Ouderkerk aan de Amstel– in de Oude Kerk in Weesp.
Ds. H. de Graaf, emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken, las Galaten 5:16-22, over de werken van het vlees tegenover die van de Geest. „In dit hoofdstuk worden negen vruchten genoemd, maar die zijn samen als een druiventros die de Geest doet groeien aan de Wijnstok Christus.”
Hij benadrukte dat het kruisigen van de hartstocht een voortdurende arbeid is. „In dit hoofdstuk worden ook de werken van het vlees genoemd. Zij zorgen voor een hevige strijd. De werken van het vlees oefenen een constante druk uit op de geest. Ze creëren chaos, vanbinnen en vanbuiten. Onze zonden en wat er van buitenaf op ons afkomt, zijn bij elkaar een wilde vloedgolf, die ons niet zomaar voorbijgaat.”
Hoe kunnen christenen stand houden in deze strijd tegen de wereld, de duivel en ons eigen vlees? wierp ds. De Graaf als vraag op. „Bewaar het Woord van God in je hoofd en in je hart. Doe wat je als kind geleerd hebt: lees je Bijbel, bid elke dag. Het betekent dat je ook de strijd aangaat met de wereld om je heen: om op te komen voor het christelijk huwelijk, en je te verzetten tegen abortus en euthanasie. Ik raad jullie aan om veel te lezen in Efeze 6, en die wapenen ter hand te nemen.” De Heere Jezus heeft die strijd voorspeld. „In de wereld zul je verdrukking hebben. En: wie zijn kruis niet opneemt en dat draagt, is Mijns niet waardig. Maar strijd je met Hem, dan staat je een sterke Held terzijde.”
’s Avonds hield ds. W. B. Klaver, christelijk gereformeerd predikant in Scheveningen, een lezing over vrede, een van de vruchten van de Geest. „De vruchten van de Geest moet je wel onderscheiden van de gaven van de Geest. Niet elke christen heeft een gave van de Geest. Je kunt ook zonder zo’n bijzondere gave zalig worden. Maar anders is het met de vruchten van de Geest. Die kun je niet missen.”
Het is niet voor niets dat er in de Bijbel wordt gesproken over werken van het vlees en vruchten van de Geest, zei hij. „Bij werken lever je inspanning, en bij vrucht hoef je helemaal niets te doen. Bij de werken van het vlees ben jij aan het werk tegen God. Bij de vruchten van de Geest is God in jou aan het werk, met als doel dat je gaat lijken op Christus.”
In Galaten worden negen vruchten genoemd. Toch wil de predikant deze vruchten niet los van elkaar zien. „Je kunt niet een aantal delen van die vrucht wel hebben, en een aantal niet. Het is alles of niets. Er is wel een verschil in vrucht dragen, net als in het echt. Dan is de ene vrucht groot, de andere klein, de ene zoet, de andere zuur. Bij de ene christen is het werk van de Geest in zijn leven duidelijker zichtbaar dan bij de ander.”
Ds. Klaver benadrukte dat –al is vrucht dragen het werk van de Heilige Geest– het er wel degelijk toe doet hoe een christen leeft. „Waardoor worden jouw verlangens bepaald? Door het vlees, of door de Geest? Vrede met God sluit vrede met de zonde uit. Wat je zaait, zul je ook maaien. Zaai jij op de akker van het vlees? Dan oogst je het verderf, de hel. Of zaai je op de akker van de Geest? Dan zoek je te leven naar de wil van de Heere. Verlang je Hem te dienen? Dan zul je eens eeuwig maaien. Het dragen van de vrucht van de Geest is de voorbereiding op de eeuwige heerlijkheid. Dan is de blijdschap die je in de Heere Jezus leerde kennen volmaakt.”