Koizumi onderstreepte tijdens de ontmoeting dat kwijtschelding van schulden een bijdrage aan vrede in het Midden–Oosten kan leveren. Hij stelt wel voorwaarden. De premier wil dat ook andere westerse donoren uitstaande schulden schrappen. Een aantal Europese landen heeft zich daartoe al bereid verklaard.

Irak staat nog voor ruim 4 miljard dollar bij de Japanners in het krijt. Door betalingsachterstanden is er inmiddels 3 miljard aan naheffingen bij gekomen. De schuld stamt uit de jaren zeventig en tachtig, toen Japanse bedrijven onder meer ziekenhuizen en elektriciteitscentrales in Irak bouwden.

Aanvankelijk voelde Tokio weinig voor kwijtschelding. De Japanse regering stelde zich op het standpunt dat Irak zich op termijn zelf wel kon bedruipen, gezien zijn enorme olievoorraden. Bovendien heeft Japan al 5 miljard dollar toegezegd voor de wederopbouw van de Golfstaat.

De totale buitenlandse schuld van Irak bedraagt ongeveer 120 miljard dollar. De president van de Wereldbank, James Wolfensohn, heeft de belangrijkste donorlanden eerder opgeroepen tweederde van de Iraakse schulden kwijt te schelden.

Baker vloog na zijn bezoek aan Japan door naar Peking, waar hij een ontmoeting had met de Chinese premier Wen Jiabao. Die heeft laten weten een vermindering van de Iraakse schuldenlast in overweging te nemen. Hoeveel geld China nog van Irak moet krijgen, is niet bekendgemaakt.