BERLIJN. Berlijn is niet zo ‘ongelovig’ als veel mensen denken. Althans, dat zegt Oscar Tiefenthal, schoolleider van de Evangelische Journalistenschule in de Duitse hoofdstad. Samen met zijn studenten onderzocht hij de religieuze beleving in de stad en trok de conclusie: „Berlijn gelooft.”
Berlijn als goddeloze stad. Geen vreemde gedachte, vindt Tiefenthal, die leidinggeeft aan de evangelisch-lutherse journalistenschool. „Bedenk dat deze stad veertig jaar lang verdeeld was door de Muur. Onder de DDR-regering werd het geloofsleven in het oostelijk deel verbannen tot achter de voordeur.”
De religiestatistieken worden erbij gepakt. Op de kaart tekent de tweedeling door de Muur zich scherp af. „Wie puur op de cijfers afgaat, concludeert: de gelovigen wonen in West, de ongelovigen in Oost.”
Maar de werkelijkheid ligt veel genuanceerder, zegt Tiefenthal. „Die cijfers zijn deels bedrieglijk. Niet alle gelovigen staan nog netjes geregistreerd bij de kerk. Een getal zegt weinig over iemands levensbeschouwing.”
”So glaubt Berlin”
Elk jaar doen de studenten van de school voor journalistiek twee weken lang een crossmediaal onderzoek naar een onderwerp dat interessant is voor kerken, zegt hij. „Vorig jaar onderzochten we hoe Berlijners de zondag doorbrengen. Dat leverde verrassende resultaten op.”
Deze keer werd onder de titel ”So glaubt Berlin” –Zo gelooft Berlijn– naar alle soorten geloofsbeleving gekeken. De zestien studenten schreven en filmden voor de website soglaubtberlin.de en vulden twee pagina’s in de lokale krant Der Tagesspiegel.
Twee weken is een korte tijd voor zo’n project. „Het is helaas niet anders”, verzucht de schoolleider. „Maar vier weken waren ook te kort geweest, zo veel tijd hebben we helaas niet.”
Het leidde er volgens hem ook toe dat de studenten eerder christelijke verhalen konden optekenen dan ervaringen van bijvoorbeeld moslims. „Wij zijn christelijk. Die deur gaat dus sneller voor ons open. Maar we hadden graag ook meer verhalen van moslims of boeddhisten gehad.”
Orthodoxe Joden
Dat de statistieken over levensbeschouwingen in Berlijn niet direct de werkelijkheid weerspiegelen, ontdekte student Max Knieriemen, die in talloze archieven speurde. „In de cijfers probeer je verhalen te ontdekken. Maar als je ziet dat voor sommige groepen al tien jaar exact dezelfde aantallen worden opgegeven, weet je dat er iets niet klopt. Dan moet je eropuit.”
Dat ondervond bijvoorbeeld Margarita Erbach-Fürstenau. Zij nam het „Joodse Berlijn” onder de loep. „Wist je dat in geen stad ter wereld de orthodox-Joodse gemeenschap zo snel groeit als hier?” Volgens haar komt het omdat er in de Duitse hoofdstad veel geloofsvrijheid is. „Joden kunnen niet zomaar overal wonen. Prachtig om deze groei te ontdekken, zestig jaar nadat ze hier werden uitgeroeid.”
Zoekenden
De studenten troffen een „stad van zoekenden.” Ze interviewden een predikant die in oostelijk Berlijn zijn werk doet tussen atheïsten. Ze maakten foto- en videoreportages van zwijgende nonnen in het karmelietenklooster in Charlottenburg, van de grote moskee aan de Columbiadamm en van een hindoetempel in aanbouw. Ze spraken met voetbalfans die bidden in de kapel van het Olympiastadion en ontdekten dat alle moskeeën van de Duitse hoofdstad in West-Berlijn staan.
Oscar Tiefenthal keert terug naar de cijfers. „Van de 3,5 miljoen inwoners van Berlijn hebben er 700.000 aangegeven atheïst te zijn. De overige 2,8 miljoen kunnen dus van alles zijn of geloven. Ik durf rustig de stelling te verdedigen dat de meerderheid van de Berlijnse inwoners gelovig is.”
Van oorsprong is Berlijn een protestantse stad. Maar al ver voor de Reformatie woonden er Joden. „Het is altijd al een multiculturele stad geweest. En elke migratiegolf bracht weer nieuwe religies mee.” Hij schetst een breed spectrum van de hugenoten vroeger tot aan de moslims in de laatste decennia. „De eerste Turken kwamen hier trouwens al voor 1700.”
Het tekent de verscheidenheid van de metropool, zegt Tiefenthal. „Het is een bonte mix. We zijn op veel groeperingen gestuit waar we zelf nog nooit van gehoord hadden.” De schoolleider verhaalt van esoterische bijeenkomsten die populair zijn onder twintigers en dertigers, van de pinksterbeweging die samenkomt in een bioscoop, van Afrikaanse paganisten.
Individueel
Wat vooral naar voren kwam, is dat Berlijners hun geloof individueel beleven, zegt Tiefenthal. „Het is niet zoals in kleine stadjes, waar mensen elkaar sneller tegenkomen. Mensen leven vaker langs elkaar heen. De traditionele kerken hebben het hier heel zwaar, ze verliezen veel leden.”
Dat heeft alles met de oorlog en de Muur te maken, zegt hij. „Ik kom zelf uit Hamburg. Daar zie je een veel sterker en traditioneler protestantisme.”
Toch betekent het volgens hem niet dat de christelijke kerken in Berlijn verbrokkelen. „Voor heel veel gezinnen speelt het gemeenteleven nog een zeer grote rol.” En op hun beurt hebben die actieve gemeenten weer invloed in hun directe omgeving, aldus de schoolleider. „Christenen onderschatten zo vaak wat ze kunnen betekenen voor hun omgeving. Ze vormen misschien geen meerderheid. Maar in een omgeving van individualisme is een groep die wel een duidelijke levensbeschouwing heeft van grote waarde.”
Lees ook
Berlijn krijgt gebedshuis voor christenen, joden en moslims.