Ze begrijpt dat het vervelend is voor nieuwe studenten dat de basisbeurs verdwijnt en er een lening voor in de plaats komt, maar zei tegelijk dat ze er veel voor terugkrijgen. De besparingen worden teruggesluisd naar het onderwijs. Bussemaker hekelde het feit dat de tegenstanders in de Tweede Kamer nu soms grote cijfers gebruiken; volgens haar kloppen die niet met de feiten. Ook onderzoeken gaan soms van veronderstellingen uit die niet op dit stelsel van toepassing zijn, zei ze. Volgens haar komt de toegankelijkheid van studeren niet in gevaar.

Bussemaker vindt dat goede en zorgvuldige voorlichting over het leenstelsel nodig is, om te voorkomen dat aankomende studenten onnodig angstbeelden ontwikkelen. „Lenen van de overheid is niet eng. Over privaat lenen voor een huis doet men niet moeilijk”, zei ze. Volgens haar zal een student met het nieuwe stelsel gemiddeld 6000 euro meer schuld opbouwen en 9000 euro als de hele basisbeurs wordt geleend. Dat komt bovenop de 15.000 euro die nu gemiddeld als schuld wordt opgebouwd.

Afbetaling in 35 jaar tegen een gunstige rente zal dan neerkomen op 22 tot 32 euro per maand, aldus Bussemaker. Ook hoef je alleen terug te betalen als je meer verdient dan het minimuminkomen. Gemiddeld zal iemand 1 procent van het inkomen betalen aan aflossing van de studieschuld. Ze riep studenten op „zich niet gek te laten maken. Weet dat het een investering in jezelf is.” Bussemaker botste hard met onder meer het CDA dat vasthield aan andere uitkomsten van onderzoeken.

De minister denkt vlak na het zomerreces het uitgewerkte wetsvoorstel naar de Kamer te sturen.