Ruim 30 Franse jihadisten in Syrië gedood
PARIJS/LUXEMBURG (ANP/DPA). Meer dan 30 Fransen die in Syrië zijn gaan vechten, zijn omgekomen. Dat is 10 procent van de naar schatting 300 Franse jihadisten in de strijd in Syrië, meldden Franse media donderdag.
De Franse president François Hollande heeft woensdag in Brussel aangedrongen op internationale samenwerking om de stroom strijders te stoppen en om informatie uit te wisselen over deze figuren. Hij zei in het kader van de internationale economische conferentie van de G7 dat de westerse landen meer moeten samenwerken om aanslagen zoals die van 24 mei in Brussel op het Joods Museum te voorkomen. Daarbij vermoordde de dader drie mensen. De verdachte is een voormalige strijder uit Syrië.
Donderdag waarschuwde de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière (CDU) voor meer aanslagen van radicale islamisten in Europa. Vanuit Duitsland zouden 320 geradicaliseerde jongeren naar Syrië zijn gereisd om daar terroristische trainingskampen te volgen, aldus de minister donderdag tijdens een overleg met Europese collega’s in Luxemburg. Enkele van de Syriëgangers in het bezit van een Europees paspoort zouden naar Europa willen terugkeren om daar aanslagen voor te bereiden.
Volgens schattingen zijn er ongeveer 100 Nederlanders in Syrië gaan vechten aan de zijde van radicale of extremistische islamitische guerrillastrijders. In totaal zouden mogelijk meer dan 2000 Europeanen zich in het strijdgewoel in Syrië hebben gestort aan de kant van jihadisten.
Hollande woont de G7-top bij. Dat is een in 1975 door zijn voorganger Valéry Giscard d’Estaing opgerichte praatclub van de voornaamste westerse industrielanden. De club startte met zes leden, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan en de VS. In 1976 schoof ook Canada aan. Sinds 1998 komt de G7 ook met Rusland bijeen. Dan heet de club G8. De G8 is nu afgelast als gevolg van de crisis rond Oekraïne. Deze G7-top in Brussel was eigenlijk als G8 in Sotsji (Rusland) gepland.