Volgens Van Ojik is er sprake van een trend. „We moeten uitkijken dat eerst een tijd onbetaald werk doen niet de nieuwe norm wordt voor starters op de arbeidsmarkt. Daarom stel ik voor dat er striktere regels komen voor werkervaringsplaatsen. Er moet een redelijke vergoeding zijn, de periode moet beperkt zijn en het moet leiden tot een betere positie op de arbeidsmarkt.”

GroenLinks wil dat het ministerie van Asscher de omvang van de trend in kaart brengt en strenger toeziet op de regels.

D66 en CDA vinden juist dat Asscher het makkelijker moet maken voor mensen met een WW-uitkering om vrijwilligerswerk te doen. „Natuurlijk moeten mensen in de WW solliciteren naar een betaalde baan. Maar zolang dat niet lukt, vergroot vrijwilligerswerk juist kans op vinden van werk. In de bijstand wil het kabinet dat mensen een tegenprestatie leveren, maar in de WW doet het kabinet juist moeilijk. Dat moet veranderen”, vindt Steven van Weyenberg van D66.

Pieter Heerma van het CDA noemt het „raar” dat uitkeringsinstantie UWV mensen kort op hun uitkering als ze vrijwilligerswerk doen. „Terwijl gemeenten precies hetzelfde vrijwilligerswerk een prima invulling van de tegenprestatie in de bijstand vinden.”