Hij onderzocht voor de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) hoe zo’n maatregel zou kunnen uitpakken. „Als je het doet, moet je wel een helm verplicht stellen”, vindt Wijlhuizen. „In dat geval zou volgens onze studie het aantal verkeersslachtoffers in Amsterdam jaarlijks met 261 kunnen afnemen. Vergeleken met 2012 is dat 38 procent minder.”

De minister overweegt de helm als proef in de vier grote steden toe te staan, maar voelt niets voor een landelijke verplichting. Wijlhuizen: „Verplicht je de helm niet, dan heeft het geen enkele zin om snorfietsen op de rijbaan te laten rijden.”

Amsterdam wil dolgraag dat snorfietsers van het fietspad verdwijnen. Waren er in 2007 nog 8000 snorfietsen in de hoofdstad, inmiddels zijn dat er meer dan 25.000. Per miljard kilometer overlijden ongeveer 65 brom- en snorfietsers en worden er 1900 in het ziekenhuis opgenomen.

Om misverstanden te voorkomen: er zijn snorfietsen en bromfietsen. De eerste kunnen officieel maximaal 25 kilometer per uur, de tweede 45 kilometer. Er zijn ook scooters, maar dat zijn snorfietsen of bromfietsen met een ander uiterlijk. De snorfiets mag niet op de rijbaan, de bromfiets moet dat wel. Op een snorfiets is een helm niet verplicht, op een bromfiets wel.

Als snorfietsers net als bromfietsers naar de rijbaan verdwijnen, zou volgens Amsterdam het fietsen veiliger worden. Snorfietsen zijn breder dan een gewone fiets en rijden vaak te hard, in elk geval harder dan de toegestane 25 kilometer. Volgens het SWOV-onderzoek bedraagt de gemiddelde snelheid van snor­fietsen in Amsterdam 34 kilometer per uur. Dat is slechts 7 kilometer langzamer dan het gemiddelde van bromfietsen.

„Er zit weliswaar een begrenzer op de snorfiets die maar 25 kilometer haalt, maar als je een beetje handig bent, haal je die er zo af”, zegt Patrick Rugebregt van de SWOV. „En dan rijdt een snorfiets net zo hard als een bromfiets. Daardoor zorgt hij voor gevaarlijke situaties op de fietspaden.”

Vooral de vier grote steden hebben daar problemen mee en daarom hebben ze de minister gevraagd om in hun gemeenten een proefgebied aan te wijzen. De SWOV vindt dat verstandig, want harde bewijzen voor de zin of onzin van het plan zijn er nog niet. In de studie van Wijlhuizen staat niet voor niets dat de uitkomsten een „nauwkeurige inschatting” vormen. Zekerheid is volgens hem pas te verkrijgen als er ook in de praktijk proeven mee worden gedaan.

Gevaarlijk

De ANWB vindt dat onbegrijpelijk. De bond vreest dat het verkeer in de grote steden daardoor juist alleen maar gevaarlijker wordt. Dat snorfietsen met een snelheid van 25 kilometer per uur tussen de auto’s rijden, is volgens de ANWB vragen om problemen. De brancheorganisaties RAI en Bovag zijn het daarmee eens.

Daarentegen zijn de Fietsers­bond en Milieudefensie positief. Volgens de eerste durven veel ouderen en ouders met kinderen amper nog op de fiets te stappen uit angst omver te worden gereden door een snorfiets. Of het milieu er ook beter van wordt, durft de SWOV niet te zeggen. In het onderzoek van Wijlhuizen is niet gekeken naar de effecten voor geluid en luchtkwaliteit.