Kerk in India roeit voortdurend tegen de stroom in
AMERSFOORT. De kerk in India roeit voortdurend tegen de stroom in. Ze kampt met een hardnekkig kastenstelsel, zelfs in de kerk, de dreiging van meer antibekeringswetten en een landelijke hindoe-overheid die het de christenen voortdurend moeilijk maakt.
Maar er is geen betere tijd voor de kerk dan tegenstand en vervolging, zegt het echtpaar Augustine en Omana Koshy – zichtbaar blijmoedig. De twee, werkzaam voor Operatie Mobilisatie (OM) in India, waren dinsdag te gast bij enkele zendingsorganisaties in Nederland. Dr. Augustine Koshy is predikant van de evangelische St. Thomaskerk in Hyderabad en directeur van het onderwijsinstituut van OM India, het International College of Cultural Studies. Hij dient OM India al sinds 1972. Ook zijn vrouw Omana is –sinds 1974– actief voor OM en betrokken bij het International College of Cultural Studies bij het geven van onderwijs en het verlenen van pastoraat.
Het zendingswerk van OM heeft geresulteerd in een snelle toename van de kerken van de kastelozen, de dalits, en mensen uit andere achtergestelde groepen. Momenteel is de aandacht gericht op groei in kwaliteit en diepte, zegt Koshy. Hij vertelt hoe OM in 1964 in India begon. „De strategie was om nieuwe gelovigen te verbinden aan plaatselijke gemeenten. OM formeerde aanvankelijk honderd teams die elk bestonden uit zo’n vijf Bijbelstudiegroepen. Omdat deze teams op den duur vaak geen plaatselijke gemeente aantroffen, werd besloten een eigen denominatie op te richten, de Good Shepherd Community Church in India.”
Deze kent inmiddels 2500 gemeenten met 1000 opgeleide voorgangers. Als doel heeft Koshy voor ogen om in 2020 10.000 kerken en in 2050 25.000 kerken te stichten. De kerk heeft een eigen theologische opleiding en is actief op het gebied van gezondheidszorg, economische ontwikkeling, rechtsbijstand en lectuur.
Anonieme christenen
India worstelt al sinds mensenheugenis met de problematiek van de kastelozen, zij die uitgestoten zijn uit de samenleving en de smerigste werkjes moeten opknappen. De overheid heeft de afgelopen decennia het nodige gedaan aan de verbetering van deze outcasts, onder meer door middel van diverse sociale regelingen en de bepaling dat een derde van de zetels in het parlement aan dalits moet worden toegekend. De praktijk toont echter nog steeds schrijnende tegenstellingen en onrechtvaardigheid.
Dr. Koshy: „Wanneer dalits christen worden, verliezen ze hun voorrechten bij de overheid, zoals gratis voedsel. Daarom geven zij op hun registratiekaart bij de overheid niet aan dat zij christen zijn. Achtergrond van deze maatregelen tegen tot het christendom bekeerde dalits is dat deze anders meer macht zullen krijgen en de regering de meerderheid verliest.”
Dat is ook de reden dat het aantal christenen in India veel hoger is dan de officieel geschatte 3 procent, aldus Koshy. „Informele bronnen bevestigen dat het werkelijke aantal zeker het dubbele is, variërend tussen de 7 en de 10 procent. Het aantal anonieme christenen groeit in de meeste steden. Er is recent nog onderzoek gedaan naar ”kerkloze christenen”, volgelingen van Christus buiten de kerk, zoals ze genoemd worden.”
Dr. Koshy bevestigt dat het kastenstelsel diepe sporen trekt in India, in de samenleving én in de kerk. „Nog altijd komt het voor dat een gemeente aparte afdelingen kent van afzonderlijke kasten. Er zijn zelfs aparte gemeenten met kastelozen ontstaan. India kent veel gearrangeerde huwelijken waarbij de kerk een bemiddelende rol speelt. Ouders weigeren vaak kinderen uit te huwelijken aan mensen van een andere kaste. In onze denominatie willen wij echter laten zien dat de gemeente één lichaam van Christus is waarin alle leden evenveel waarde hebben.”
India worstelt niet alleen met de gevolgen van het kastenstelsel, maar ook met het toenemende geweld tegen vrouwen, zoals in geruchtmakende verkrachtingszaken. „Vrouwen in India zijn de afgelopen decennia sterk geëmancipeerd door meer scholing en een hogere economische positie. De mannen lijken nu terug te slaan door het brute middel van verkrachting.”
Hindoeïsme
Dat de kerk het moeilijk heeft in India, heeft te maken met de dominante positie van het hindoeïsme. „Toch liggen hier uitdagingen op het punt van de dialoog”, stelt de voorganger. „We geloven dat God in elke religie iets openbaart van Zijn aanwezigheid. De benadering van de hindoegelovige mag niet gestempeld zijn door afwijzing of minachting, maar door het besef dat elk mens geschapen is naar het beeld van God. Vanuit deze overtuiging kan het Evangelie van Christus verkondigd worden.”
Dr. Koshy zegt „erg optimistisch” te zijn over de kerk. „De laatste vijf jaar laten een opmerkelijke groei zien, we verwachten die ook de komende vijf jaar. Dat neemt niet weg dat de kerk bezorgd is over de tegenstand, met name door de verkiezing van Modi als nieuwe leider van India. Hij is een overtuigd hindoenationalist. Hij komt vriendelijk over, maar ondertussen zijn christenen bevreesd zijn dat de antibekeringswetten, nu in zo’n vijf deelstaten al van kracht, ook op centraal niveau ingang zullen vinden. We weten echter dat –volgens Mattheüs 16– de poorten van de hel de kerk niet zullen kunnen overweldigen.”