Tegen de opvarenden was zeven keer acht jaar en eenmaal tien jaar cel geëist. De mannen zijn afkomstig uit Panama, Colombia en Ecuador.

De zaak tegen de kapitein en de stuurman van de sleper wordt op 4 maart behandeld. Hun raadsman bleek meer tijd nodig te hebben om zich op de zaak voor te bereiden.

De tien probeerden in augustus ruim 4000 kilo cocaïne België binnen te smokkelen, maar liepen in Vlissingen tegen de lamp toen hun schip motorpech kreeg. Een Belgische loods weigerde vervolgens hun gammele zeesleper richting Antwerpen te loodsen. De Nederlandse scheepvaartinspectie legde daarop een vaarverbod op.

Naar aanleiding van telefoontjes van de Belgische douane, de marine en de Amerikaanse DEA voerde de Nederlandse douane een controle uit. Na drie dagen speuren werd de cocaïne, met een straatwaarde van ruim 200 miljoen euro, in een compartiment van de brandstoftank gevonden.

De drugs waren bij Curaçao met twee speedboten aan boord gebracht. De rechtbank achtte daarom bewezen dat alle opvarenden op de hoogte waren van het drugstransport. Daarnaast werden er bedragen van 40.000 dollar in het vooruitzicht gesteld bij aankomst in België.

Volgens de rechter hebben de opvarenden bewust de risico’s die het transport met zich meebrachten, aanvaard. Gezien de enorme hoeveelheid drugs vond de rechtbank dan ook de hoge straffen op hun plaats. De drugsvangst op een boot van ruim 4000 kilo is tot nu toe de grootste in Nederland.