Dat heeft minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie aan de Tweede Kamer geschreven. Defensie spreekt momenteel met de tolken om te kijken hoe ze zo goed mogelijk kunnen worden ondersteund. Uit de vervolggesprekken moet blijken hoeveel tolken in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Eerder meldde Defensie al dat 25 van de 70 tolken die zijn ingezet in Afghanistan, klachten over hun gezondheid hebben die verband houden met hun uitzending.

Hennis heeft „volle aandacht” voor hun problemen en ze ziet het als haar plicht om tot bevredigende oplossingen te komen. Tolken werden destijds vaak uitgezonden, ook als ze daar psychisch of lichamelijk misschien niet altijd aan toe waren. Ook de nazorg aan hen liet te wensen over, erkent de minister. Ze had eerder al gezegd de gang van zaken te betreuren.

Twee tolken deden zondagavond hun verhaal in Nieuwsuur. Ze zeggen psychische problemen te hebben gekregen en willen een vergoeding.

Sommige tolken hebben geklaagd over de manier waarop Nederlandse militairen hen behandelden. Zo zou een van de vertalers geen toestemming hebben gekregen om te bidden, zouden tolken zijn gepest en is de identiteit van sommige tolken door onzorgvuldig handelen van Defensie bekend geworden. „Het betreft stuk voor stuk ernstige zaken die Defensie zorgvuldig onder de loep heeft genomen om lessen voor toekomstige operaties te kunnen trekken”, schrijft Hennis. Zo zijn die uitkomsten volgens haar gebruikt voor de inzet van tolken bij de huidige missie in het Afrikaanse Mali.