Hoornbeeck blij met opwaardering vakmanschap
AMERSFOORT. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) gaat op de schop. Het krijgt een scherper profiel om studenten beter en sneller op te leiden. Hoe landen de plannen van onderwijsminister Bussemaker op de enige reformatorische mbo-school, het Hoornbeeck College?
Onderwijsvernieuwingen stuiten vaak op fel verzet van de scholen. Dit keer niet. „Het landelijk mbo heeft een imagoprobleem”, erkennen Willem de Potter en Dick van Meeuwen van het college van bestuur van het Hoornbeeck. „Alles wat je kunt doen om het imago te verbeteren, moet je niet nalaten. De minister komt met goede voorstellen.”
Het Hoornbeeckduo constateert „blij verrast” dat de minister een positieve insteek kiest. „Ze ziet het mbo als een volwaardige onderwijssector. De doorlopende leerlijn –van het vmbo via het mbo naar het hbo– is een koninklijke route. De minister heeft daar oog voor. Hopelijk krijgt deze route weer de waardering die hij verdient. Ook laat Bussemaker zien dat ze niet alleen de cognitieve kant van het onderwijs belangrijk vindt, maar ook de praktijkgerichte. Dat is een verademing na alle eenzijdige aandacht voor rekenen en taal.”
De minister wil de opleidingsniveaus 1 tot en met 4 veranderen in entreeopleiding, middelbaar vakonderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Wat vindt u daarvan?
De Potter: „De naam ”entreeopleiding” gebruiken we al twee jaar. De andere voorgestelde naamsveranderingen zijn een logisch vervolg van het proces ”Focus op vakmanschap”. Wij denken dat een knip tussen de niveau 3 en 4 het beste is. Een mbo-opleiding op niveau 4 is echt iets anders dan een opleiding op niveau 1, 2 of 3, mede door de aansluiting van niveau 4 op het hbo.”
Mbo-scholen moeten meer samenwerken. Ziet u dat zitten?
De Potter: „Nee. Het Hoornbeeck College heeft in het landelijk mbo een unieke plaats. De identiteit van onze school zit zo verweven in alle lessen dat het voor studenten van buiten de reformatorische kring niet aantrekkelijk is om bij ons te studeren, nog afgezien van het toelatingsbeleid. Andersom is het voor ons niet te doen om tegen studenten te zeggen: Ga dat deel van je opleiding maar op een ander mbo-college volgen. We participeren als Hoornbeeck College wel voluit in de MBO Raad, zodat we direct betrokken zijn bij actuele ontwikkelingen en veranderingen.”
Van Meeuwen: „Belangrijker dan samenwerken met andere scholen vinden we de eerdergenoemde doorgaande leerlijn van vmbo via mbo naar hbo. Dan gaat het om samenwerking binnen de beroepskolom. We investeren al veel in onze relatie met de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Die samenwerking gaan we verder uitbreiden.”
De kwaliteit van de examens moet omhoog, vindt de minister. Mee eens?
Van Meeuwen: „Steeds meer opleidingen op onze school maken gebruik van landelijk ingekochte examens. Sommige opleidingen werken met eigen examens. De minister verplicht ons nu om alle kwalificerende examens in te kopen bij gecertificeerde examenleveranciers. We moeten ons beleid op dit punt dus aanpassen.”
De toetsing van identiteitsgebonden leerstof vraagt daarbij speciale aandacht, benadrukt Van Meeuwen. „Die toetsing kan niet met landelijk vastgestelde examens. Daarom gebruiken we daarvoor zelfgemaakte ontwikkelingsgerichte schoolexamens.”
Hoe geeft het Hoornbeeck invulling aan de wens van de minister om meer ruimte te bieden aan excellente leerlingen?
De Potter: „In de sector welzijn is het bij ons nu al mogelijk voor excellente leerlingen om twee diploma’s te halen. En in de sector economie experimenteren we op onze vestiging in Rotterdam met de mogelijkheid om een opleiding op niveau 4 niet in drie, maar in twee jaar te doen. Daarna kunnen deze studenten naar het hbo. Dan zijn ze per saldo net zo lang bezig als een student die vanaf de havo naar het hbo gaat.”