Schipper drukt loonkosten via Cyprus
ROTTERDAM. Ondernemers in de binnenvaart maken gebruik van constructies via uitzendbureaus met buitenlandse vestigingen om hun loonkosten te drukken. Europarlementariër Van Dalen (CU-SGP) gaat de kwestie aankaarten bij de Europese Commissie.
In het programma Reporter Radio van zondag verklaarden enkele schippers dat collega’s hun (Nederlandse) personeel in Cyprus of Liechtenstein laten registreren en daar sociale premies afdragen. Deze aanpak zou hun per jaar duizenden euro’s voordeel opleveren.
De schippers uit het programma vinden dat er sprake is van concurrentievervalsing. Bovendien lopen betrokken werknemers volgens hen grote risico’s. Bij ziekte of werkloosheid hebben ze geen of minder recht op een uitkering en ook bouwen ze geen pensioen op.
Van Dalen liet gisteren weten dat hij de nieuwe Eurocommissaris van Transport, die in het najaar aantreedt, gaat bevragen over de constructies. Bovendien wil hij uitleg van de Centrale Commissie voor de Rijnscheepvaart (CCR) in Straatsburg. De CCR is de belangrijkste adviseur van de Europese Commissie inzake de binnenvaart.
Volgens Van Dalen is het inhuren van matrozen via in het buitenland gevestigde uitzendbureaus toegestaan, mits aan bepaalde wettelijke bepalingen wordt voldaan. Zo mogen werknemers niet meer dan 25 procent van hun tijd in Nederland werken. „Dat lijkt in een aantal gevallen niet zo te zijn”, zegt Van Dalen.
Hoe lang het personeel in Nederland werkt, wordt aan boord vastgelegd in een vaartijdenboek. Volgens Reporter Radio –dat samen met vakblad Schuttevaer onderzoek deed naar de constructies– kan het vaartijdenboek echter gemakkelijk worden vervalst.
Voorzitter Roland Kortenhorst van brancheorganisatie Binnenvaart Logistiek Nederland (BLN) noemt de constructies in de uitzending „slecht voor de sector.” Hij wil dat er direct „de rem op wordt gezet.” Binnenvaartschippers zouden uitsluitend moeten werken met uitzendbureaus die geregistreerd zijn bij de Stichting Normering Arbeid en zich aan de regels houden.